Met het weer van de voorbije twee weken zat ik met de idee dat we toch aan het einde van dit tuinseizoen zaten. Sommige planten staan er nog altijd wat verschroeid bij door de hittegolf van augustus en te gelijkertijd houden ook heel wat bloemen het voor bekeken voor dit jaar.
Ook qua ‘leven in de tuin’ zie je niet alleen een deel van de hommels verdwijnen, ook de meeste solitaire bijen verdwijnen uit het zicht. Zeker wanneer het zo nat en fris is als de voorbije week
Maar, zo bedacht ik me eergisteren, het seizoen is verre van gedaan, er zijn nog heel wat planten die moeten starten met bloeien (een start die wat uitgesteld lijkt door die koudere periode): niet alleen een reeks herfstasters, maar ook nog Caryopteris, Strobilanthes, Rabdosia en enkele laatbloeiende Vernonia. Bovendien er toch staat ook nog behoorlijk wat in bloei: Calamintha, Nepeta, Helenium, Rosa, Sedum, Salvia’s, Scutellaria, Indigofera, Lespedeza, Lepuchina, Geranium, Chelone,…
Toen de zon zich deze week voor het eerst in enkele dagen nog eens liet zien, verschenen er direct terug heel wat vlinders. Ik zag Gehakkelde Aurelia, Dagpauwoog, Atalanta, Koolwitje, Boomblauwtje, Kaasjeskruiddikkopje, Landkaartje en de Meekrabvlinder.
Verder is september ook de maand van de klimopzijdebij, een solitaire bij die je vooral op klimop ziet foerageren. Ik heb hier een vrij grote populatie van de beestjes zitten (ik schat dat er nu een 50-tal in de tuin rondvliegen). Omdat de klimop nog maar pas in bloei komt, doen de die beestjes zich nu te goed aan de nectar in de nectartuin.
Er is dus eerst nog wat vuurwerk in de tuin voor het grote vuurwerk (de herfstverkleuringen) van de partij zijn.