Kabouters

De kabouters  hebben duidelijk geen weet van de financiële crisis. In de tuin verschijnen her en der paddestoelen. Niet meteen een beeld dat ik associeer met lente, maar de bloesem op mijn blauwbes in september vorig jaar associeerde ik evenmin met de herfst.

Er lijkt echt geen einde te komen aan al het “met bakken uit de hemel vallen” van de regen. Gisteren weer meer dan 15 mm neerslag binnen een etmaal. En de volgende dagen wordt er nog ‘herfstweer’ voorspeld.

Die regen heeft enkele positieve kanten. Alle nieuw “blotewortelgewijs” aangeplante plantgoed doet het uitstekend. De planten die tijdens de winter van 2010-2011 aangeplant werden hebben erg geleden onder de droge lente vorig jaar. De appelbomen die ik deze winter  heb aangeplant hebben de aanplantingen van vorig jaar al bijna bijgebeend.

Ook mijn hostaverzameling weet deze overdadige regen te appreciëren. Ze staan er voorbeeldig bij. En dit zonder de dagelijkse aanvoer van enkele gieters water (die ik anders manueel oppomp uit een regenwaterput).

Maar ondertussen geraakt de grond duidelijk verzadigd van het water. Werken op zware leemgrond bij dit weer is quasi onmogelijk omdat de grond bij de minste betreding dichtslaat. En die verzadigde grond maakt het aanwenden van de grondboor voor het verder in de grond werken van mijn palen nog moeilijker dan het al is.

Maar ook mijn gemoed geraakt ook verzadigd van al die regen. Werken in de regen is niet direct goed voor het gemoed. Ik heb dus dit week-end maar enkele paal-en draadsystemen kunnen afwerken met name voor de kruisbessen

de aalbessen

en de kiwipergola

Dus mag het toch een beetje droger en warmer worden de volgende weken.  De tuin is zoveel mooier als de zon schijnt. En er in werken is ook veel leuker (en minder zwaar). Misschien willen de kabouters me dan wel helpen bij de verdere aanleg van de kabelsystemen, het graven van de putten en het spannen van de kabels …

Slakken bestrijden

Slakken hebben hier de voorbije weken een aantal planten lelijk toegetakeld. Met een grote verzameling hosta vecht ik al jaren tegen slakken. Mijn kleine stadstuin was zo goed als slakkenvrij zonder gebruik van chemicalïen. Maar met een oppervlak van 2000m² is alles een stuk omslachtiger.

Door ’s nachts enkele keren door de tuin te lopen met een zaklamp, zoek en vernietig ik de slakken . Ik gebruik daarvoor een schaar en knip de slak middendoor. Lijkt wreed, maar gooi eens een slak in glas bier, dan zie je hoe dat beest minstens een kwartier ligt te spartelen in het bier terwijl haar slijmhuid langzaamaan oplost. Dan vermoed ik dat de onvoorwaardelijke splitsing een minder gruwelijke dood is als het biologisch alternatief.
Ik doe een uurtje later nog een nieuwe ronde, meestal vind ik dan nog een hele reeks slakken in de buurt van de slakkenlijken.

Zo hield ik mijn kleine stadstuintje bijna slakkenvrij. Sinds vorige week voer ik nu ook hier enkele nachtelijke klopjachten uit en een deel van de tuin lijkt zo goed als slakvrij, maar ik zal nog wel enkele weken zoet zijn om ook de rest van de tuin min of meer onder controle te krijgen.
Ik heb voor alle zekerheid mijn naaste buren ingelicht van mijn nachtelijke activiteiten. Ik zou niet graag een nachtelijk bezoek van de politie hebben.

Gif

Net na het versturen van het vorige berichtje over de madeliefjes en andere bloemetjes in het gazon (mijn favoriet: draadereprijs) krijg ik opnieuw een Garden Alert bericht binnen.
Sinds ik enkele jaren geleden via mail bij een tuincentrum info heb gevraagd over de beschikbaarheid van een bepaalde plant, krijg ik zo nu en dan – ongevraagd –  een berichtje van Edialux, waarin ze me attent maken welk arsenaal aan producten ze ter beschikking hebben om fauna en flora te vergiftigen.
Blijkbaar is het weer nu ideaal om een selectief herbicide voor het gazon te gebruiken, en wintervlinders, leliehaantjes, en buxusspint met een heel gamma aan insekticiden te lijf te gaan. Vorige maand werd me onder meer geleerd hoe we bladluis bestrijden op een roos (neen, niet met lieveheersbeestjes).

Ik stel me toch steeds meer vragen over de manier waarop wij omgaan met dit soort producten. Voor ieder product is er een technische fiche voorzien. En terwijl ik veel langer gestuurd heb dan de gemiddelde Belg en toch aardig wat uren organische en anorganische scheikunde in mijn academische loopbaan heb gevolgd snap ik die technische fiches niet.
Met andere woorden : de waarschuwingen in de bijsluiter van zo’n producten zijn niet verstaanbaar voor de gemiddelde tuinier. En toch kan en mag iedereen zo’n producten aanschaffen en gebruiken. En doordat het product geconcentreerd wordt verkocht de dosis verdubbelen want er zitten wel véél beestjes in mijn planten, dan zijn ze zeker dood. En de overschot? Die kieperen we door de gootsteen weg, ook al vinden we daar misschien wel resten van terug in het drinkwater.

Daarom ben ik voorstander om de verkoop van insekticiden en herbiciden aan particulieren nog verder aan banden te leggen. Alleen de minst schadelijke middelen in de handel vrij beschikbaar maken, maar niet langer geconcentreerd. En voor producten die een impact kunnen hebben op het milieu (bvb drinkwater) moet men maar de hulp van een professional inroepen.  Zo wordt het onoordeelkundig en ongebreideld gebruik van schadelijke stoffen aan banden gelegd, en hoeven anderen niet langer te boeten.

Gazongruwel

Over de onzin van het traditionele tuinieren, volgens mij een heel treffend verhaal….

GOD: Gabriël, jij weet alles over tuinen en de natuur. Wat gebeurt er nu toch? Waar zijn de madeliefjes de margrieten de viooltjes de distels en al die andere bloemen die ik eeuwen geleden ontwikkelde? Ik had een perfect plan. De planten groeien in iedere bodem, weerstaan de droogte en bloemen zeer lang zodat bijen, vlinders en vogels volop eten vinden. Ik had verwacht overal mooie kleuren te zien, maar ik zie alleen maar grote groene rechthoeken 
Gabriël: De mensen hebben de aarde ingepalmd. Ergens in een niet zo ver verleden begonnen ze Uw bloemen onkruid te noemen en geen inspanning gaat hun nu te ver om die bloemen te vervangen door gras .
GOD: Gras? Zo saai. Geen kleuren. Het trekt geen vlinders, bijen en vogels aan. Het enige dat je er in terug vindt zijn wat wormen. En het houdt ook niet zo van droogtes of hoge temperaturen. Willen die mensen echt al dat gras laten groeien? 
Gabriël: Blijkbaar, Heer. Ze doen enorme inspanningen om het te laten groeien en groen te houden. Iedere lente wordt het gras bemest en behandeld met gif om ander planten die uitkomen tussen het gras te vernietigen. 
GOD: Ah, en de lenteregens en het zomers weer laten het gras waarschijnlijk erg snel groeien. Dat moet de mensen dan toch erg tevreden maken. 
Gabriël: Blijkbaar niet , Heer. Alle mensen kopen machines die hen toelaten om het gras kort te maaien van zodra het een beetje groeit, soms zelfs twee keer per week. 
GOD: Ze knippen het gras af? Maken ze daar dan balen van zoals van hooi? 
Gabriël : Niet echt, Heer. De meeste mensen harken het samen en stoppen het in zakken. 
GOD: In zakken? Waarom? Verkopen ze het dan ? 
Gabriël: Neen, Heer. Ze betalen andere mensen om die zakken weg te halen 
GOD: OK, begrijp ik dat nu goed? Ze betalen om het gras te bemesten zodat het beter zou groeien , en wanneer het groeit snijden ze het af en betalen ze om het weg te gooien? 
Gabriël: Absoluut, Heer 
GOD: Dan moeten de mensen toch tevreden zijn met de zomer, wanneer we de regen terugdraaien en de verwarming enkele graden hoger zetten Dat moet de groei zeker beperken en die mensen flink wat werk besparen 
Gabriël: Wel, … Als het gras stopt met groeien door de droogte en de warmte, sleuren de mensen tuinslangen naar buiten en besproeien ze het gras met water dat ze moeten betalen zodat ze kunnen verder gaan met het afrijden van het gras en het weggooien van het afgesneden gras 
GOD: Wat een onzin. Gelukkig behielden ze de bomen. Al zeg ik het zelf, dat was echt een geniaal idee van mij, die bomen. De bladeren van de bomen maken de bomen mooi en bezorgen schaduw in lente, zomer en herfst . In de herfst vallen de prachtig gekleurde bladeren af zodat ze een natuurlijk tapijt vormen dat de grond beschermt en vochtig houdt. Bovendien rotten die bladeren langzaamaan weg zodat ze compost vormen dat de de grond voedt. Een natuurlijke levenscirkel. 
Gabriël: U kan nu beter even gaan zitten God……. De mensen hebben zelf een nieuwe levenscirkel gemaakt. Van zodra de bladeren afvallen harken ze die samen op hopen en betalen ze om die bladeren af te voeren 
God: Echt? En hoe beschermen ze dan de grond, en de wortels van de planten en de bomen in de winter? Hoe houen ze de grond vochtig, voedzaam en los? 
Gabriël: Van zodra de bladeren afgevoerd zijn, gaan de mensen in winkels iets kopen dat ze ‘Mulch’ noemen. Dat sleuren ze mee naar huis en brengen ze overal aan om de planten te beschermen . 
GOD: En wat is dat dan, die Mulch? Waar komt die vandaan? 
Gabriël: Daarvoor kappen de mensen bomen om die ze fijn malen tot ‘mulch’, Heer

Een vertaling van een Engelstalige tuiniersgrap…
Voila weer twee weken geen gras afgereden.  Zo’n madeliefjesveld is toch echt mooi. En als je goed kijkt vind je tussen het gras overal kleine bloemen, zoals deze ereprijs

En nu ga ik toch het gras afrijden. Maar niet overal. Achterin de tuin blijft het madeliefjesveld staan

Paashosta

In het voorjaar brengen vooral “bollen” kleur en licht in de tuin. Na de donkere, sombere wintermaanden brengen het subtiele sneeuwklokje en de gracieuze krokussen wat kleur in de tuin. Daarna komen narcissen en tulpen het kleurpallet nog wat versterken.

Tulpen vind je niet in mijn tuin. Ik hou niet van tulpenloof. Maar ik heb iets minder traditionele planten om Pasen te onderstrepen.

Er zijn vrij veel Hosta die geel uitlopen. Maar deze H. ‘Fire Island’ is zo diepgeel dat ze op je netvlies gebrand blijft. Het is in de lente dan ook de ideale aandachtstrekker in de schaduwtuin.
Door het zonlicht verzachten de kleuren van deze plant. Over enkele weken zijn de bladeren geelgroen gekleurd.  Maar nu brengt deze plant wat extra kleur in de tuin met zijn gele bladeren en rode bladstengels…

Hosta ‘Blushing Blue’

De voorbije jaren heb ik een vrij uitgebreide verzameling Hosta verzameld. Op internet vind je foto’s van een mooie Hosta, en in de zoektocht naar die Hosta kom je steevast uit bij een verzamelaar die nog véél meer leuke hosta heeft staan, en vaak ook zelf hosta veredelt.

Er zijn ondertussen 5000 verschillende hostacultivars geregistreerd, en er komen er ieder jaar enkele honderden bij. En dus wou ik dat ook eens proberen.

In de zomer van 2009 probeerde ik iedere morgen een aantal kruisingen tussen een enkele cultivars te verwezelijken. In eerste instantie had ik enkele “doelen” voor ogen. Een kleine blauwe hosta met rode stelen. En een gele hosta met dieppaarse bloemen. Dus iedere morgen bij het ochtendgloren in de tuin om die geplande kruisingen te maken. Maar als je om 06h00 ’s morgens merkt dat de plant toch niet bloeit, kruis je wel  andere cultivars die op dat moment wel bloemden, zonder een echt plan.

Deze zaailing is het resultaat van zo’n toevallige kruising tussen H. longipes var hypoglauca x H.”salute”. Vanaf het eerste jaar viel deze plant op door de redelijk fel gekleurde bladstelen, maar dat maakte deze plant niet direct speciaal… De voorbije tien jaar worden er tientallen nieuwe hosta met rode bladstelen geregistreerd.

Vorig jaar had deze plant een verassing in petto, het rood in het blad verscheen vrij ver in het blad en de plant viel ook op door een zeer mooie bladvorm, zodat het wel een speciale hosta werd…

Ook dit jaar bevestigt deze plant die goede eigenschappen. En dus wordt deze zaailing mijn eerste registratie. De naam die ik voor deze plant heb gekozen : Hosta ‘Blushing Blue’.

Nu alleen nog wachten tot deze plant volgroeid is, zodat ik hem correct kan registreren door dit formulier helemaal in te vullen.

Enkele van de meer doelbewuste kruisingen moeten dit jaar bevestigen, dus misschien volgen er eind van dit jaar nog andere planten.

Hoorn des overvloeds

Iedereen die mijn tuin of mijn tuinplan ziet stelt zich dezelfde vraag. Wat ga je toch met al dat fruit doen? Verkopen? Neen dus. Confituur maken? Ook niet. Inmaken? Pfffft…

Terwijl ik besef dat er meer fruitbomen en -struiken in mijn tuin staan dan strikt noodzakelijk, blijf ik die vraag enigszins eigenaardig vinden.

Zo heb ik vrij veel aandacht geschonken aan de rasselectie. En naast smaak en ziekteresistentie ook rekening gehouden met de rijping.
Acht frambozenrassen zijn meer variëteiten dan je in de gemiddelde tuin aantreft, maar je hebt niet alleen zomer- en herfstframbozen, je hebt ook vroege en late zomerframbozen, alsook vroege tot zeer late herfstframbozen. Zo kunnen we frambozen van juni tot december oogsten.
Dat geldt ook voor pruimen (juli-oktober) en bramen (juli-november) en in mindere mate voor kruisbessen, blauwbessen, appels en peren. Ook vijgen rijpen gedurende een vrij lange periode af.

Frambozen, kruisbessen, blauwe bessen en druiven kan je volgens mij niet teveel hebben. Een grote tros druiven heeft ten huize Supermasj een gemiddelde levensverwachting die eerder in minuten dan in uren wordt uitgedrukt.
Kiwi’s kunnen vrij lang bewaard blijven en narijpen. Noten zijn erg lang houdbaar. Appels en peren kunnen en zullen tot sap verwerkt worden.

Alleen bramen en pruimen heb ik met zekerheid teveel. Maar liever te veel dan te weinig.
Want als er fruit overblijft, kan je daar nog andere mensen een plezier mee doen.

En zo kan ik mijn verzamelobsessie gedeeltelijk goed praten. Maar kan ik vooral heel de zomer en de herfst ongeremd van fruit snoepen. Een hele luxe.

Een man met een plan

Voilà. Mijn tuinplan. Het begint nu eindelijk definitief te worden. Het voorbije jaar heeft het kippenhok virtueel alle hoekjes van de tuin ingenomen. Ondertussen heeft het zijn definitieve stek gevonden, grenzend aan de kippenren van de achterbuur.

Ieder boek over tuinontwerpen spreekt over de absolute noodzaak om een plan te maken, en dat dan ook op te volgen, zelf vind ik het plannen een heel leuke bezigheid, en dus blijft het plan ook  veranderen. Iedere deel van de tuin dat concreet wordt ingevuld, ligt een deel van het plan definitief vast.

Voor mijn twee vorige tuinen heb ik het plan uitgewerkt met potlood, gezien de grootte van de tuin ben ik dit keer aan de slag gegaan met Excel. Kolommen en rijen van 15 pixels, iedere blokje stelt 25 cm voor, dit helpt om plantafstanden in te rekenen.
Een grotere versie van dit plan in bijlage

Mijn tuin is ingedeeld in 7 kamers. Ten zuidoosten van de woning een grote bloemenborder (met voornamelijk bijen- en vlinderlokkende planten) en daarna in wijzerszin, een speelgazon , een hostatuin onder twee notelaars en twee kastanjelaars, een wat wilder stuk achteraan (met kippenhok, compostbakken en een stuk gras dat minder frequent afgereden wordt – op termijn misschien een bloemenweide…), een kamp voor de kinderen omhaagd door perelaars, en ook nog twee bessentuinen.
De twee bessentuinen en de wilde tuin achteraan zijn ongeveer klaar. Dit najaar zou de rest moeten afgewerkt worden.

Zoals je kan zien noteer ik op mijn plan de exacte positie van iedere plant/struik. Zo weet ik over enkele jaren nog perfect welke stekelbes-perelaar-appelaar waar staat. Veel meer fool-proof dan die ellendige, vaak lelijke labels.

Blauwbessen

Een echte meerwaarde in de tuin. Ze vormen niet alleen zeer mooie struiken met een uitzonderlijke herfstkleur, maar leveren in de zomer gedurende enkele weken lekkere bessen, die je ook in de supermarkt kan aanschaffen, maar erg prijzig zijn…
Er bestaan zelfs enkele wintergroene variëteiten, maar dan ruil je de mooie herfstkleuren in voor groen blad in de winter.

Het zijn niet direct eenvoudige planten, want ze doen het alleen goed in zure grond. En dus worden in heel wat tuinen getracht een stukje grond zuur te maken, met behulp van turf, dennennaalden of houtschilfers. Toen ik in 2011 enkele extra planten aankocht, vertelde Marc Geens van de proeftuin me over een kwekerij  waar alle blauwbesplanten in potten worden opgekweekt.

Dat bracht me op een idee voor het aanplanten in mijn tuin…

Voor iedere plant werd een gat ter grootte van een metserskuip van 65 liter gegraven. Onderaan de bodem van de metserskuipen werden enkele gaten geboord om drainage te verzekeren. De metserskuipen werden daarna gevuld met een mengsel van compost, zure potgrond, turf en houtschilfers en afgedekt met houtsnippers. Zo ben ik er zeker van dat de zure grond niet geneutraliseerd wordt door bodem rondom.

De planten doe het uitstekend in deze kuipen. Eén van de blauwbesplanten die ik al wat langer heb, maar waarvan ik de naam niet ken, gaf vorig jaar voor het tweede jaar op rij tegenvallende vruchten. Daarom heb ik deze plant gerooid en vervangen door een andere blauwbes. Op één jaar tijd had die plant (die in een plantpot van 5 liter stond) het volledige oppervlak van die kuip doorworteld. Ik had dus waarschijnlijk beter een nog grotere kuip gebruikt…

Neem geen al te diepe kuip, want de plant wortelt helemaal niet diep (10-15 cm).

Tuin vol Palen

Bramenhagen rond de aalbessentuin

Dit week-end heb ik als volleerde mol de laatste kastanjepalen in de grond gewerkt. Na weken zoeken uiteindelijk toch kastanjepalen van 300 cm lang op de kop kunnen tikken. Omdat gaten boren in zware leemgrond met een manuele grondboor een helse klus is, toch maar een motorische grondboor gehuurd en alle palen 80 cm in de grond gewerkt. Daarbij tot de conclusie gekomen dat gaten maken met een motorische grondboor ook een flink karwei is, alleen gaat het wel iets sneller.

De voorbijgangers kijken ondertussen verwonderd naar de tuin met palen, maar over enkele jaren zouden deze palen de steun en toeverlaat moeten worden voor bramenhagen, druiven en kiwi(bessen). Als de blaren tijdig van mijn handen verdwenen zijn, start ik volgende week met het uitwerken van de staaldraad als leisysteem.

Lyrasysteem voor de druivelaars en pergola voor de kiwi(bessen) op de achtergrond, vooraan palen voor de kruisbessenhaag