Bodembedekker (2)

Over deze Buglossoides purpurocaerulea schreef ik al eens eerder. Ik vond het een erg mooi plantje, maar in de zon leek het wel heel erg fel te woekeren.

Wel, dat woekeren valt al bij al best mee. Het plantje groeit als een bezetene, maar is erg makkelijk te wieden. Plant + wortels komen zo los wanneer je een plant uit de grond probeert te trekken. En dus stoort dat woekergedrag niet, maar maakt dat de plant alleen maar een goede bodembedekker… Om snel te groeien dient de plant wel zon te hebben, want in de schaduw groeit het plantje niet of amper.

De bloei start al in april, en de bloemen trekken heel wat aandacht van onder meer hommels.

Pi-oen

Paeonia ‘Early Windflower’ (foto boven) heb ik al eerder besproken. Het is een kruising van twee botanische pioenen,  Paeonia emodi en Paeonia veitchii. Ik heb na wat zoeken beide ouderrassen kunnen aanschaffen, en die ook een plaatsje gegeven in de tuin.

Een van die ouderrassen, Paeonia emodi, bloeit nu voor de eerste keer. De eerlijkheid gebied me te zeggen dat ik weinig verschil zie tussen beide planten, maar dat zal me misschien wel duidelijker worden indien ook deze P. emodi volgroeid is. De kleine pioen links op de foto van P. emodi is P. veitchii.

Voor P. emodi (rechts vooraan op de foto) staat nog een derde botanische pioen, Paeonia obovata var alba. De plant , die ondertussen al enkele jaren in mijn tuin staat, is het voorbije jaar eindelijk flink gegroeid. Ik hoop de plant volgend jaar aan de bloei te krijgen. De foto’s op internet scheppen alvast de indruk dat het een echte schoonheid is.

Tuinpad

Eén van mijn ergernissen tijdens de eco-tuindagen is de nonchalance van sommige bezoekers. Mensen lopen inde nectartuin gewoon over de lange randbegroeiing.

Vorig jaar had ik een stukje – waar mensen keer na keer doorheen liepen – beschermd met een wilgentenenconstructie.

Dit jaar heb ik dat in de nectartuin gewoon veralgemeend, alles is afgezet met wilgentenen. Ik vraag me af of er nu geen mensen zijn die hierover gaan struikelen, op ook dit gaan plattrappen, we zullen wel zien.

Bodembedekker (1)

Mensen vragen me wel eens advies voor de tuin. Een vaak wederkerende vraag is die voor een goede bodembedekker. Indien het een zonnige plek betreft, is Salvia officinalis zowat mijn standaard antwoord. De plant is wintergroen, bedekt de bodem perfect en bloeit ook nog eens mooi.

Dat laatste op voorwaarde dat je niet één van die amper bloeiende cultivars uitkiest (die meestal ook wat sterker smakende bladeren hebben). Ik gebruik zelf Salvia officinalis ‘Mittenwalt’. Hierboven een foto van mijn stukje Salvia.

Epimedium stellulatum ‘Wudang Star’

Ik ben mettertijd steeds meer van Epimedium gaan houden. Het zijn mooie, probleemloze planten die echt wel een plaatsje in de tuin verdienen. Het duurt even voor de planten aanslaan, maar dat geduld wordt beloond.

Deze Epimedium stellulatum  ‘Wudang Star’ plantte ik twee jaar geleden aan. Dit jaar bloeien ze voor ’t eerst met een wolk van kleine witte bloemetjes boven het blad. Van alle Epimedium in mijn tuin is dit de meest opvallende qua bloei.

Eco Tuindagen 2023

Ik gebruik gewoon schaamteloos dezelfde foto als maandag voor dit logje.

Net zoals de voorbije jaren doe ik ook dit jaar weer mee aan de eco-tuindagen. Op zaterdag 3 juni (09h00-17h00) en 4 juni (09h00-13h00) is iedereen welkom in mijn tuin, de Fruitberg, Sint-Truidense Steenweg 394, 3300 Hakendover (Tienen).

Ik ga mijn tuin hier nu niet in detail voorstellen, ik denk dat de lezers van mijn blog mijn tuin wel kennen. Wat ik wel ga vertellen : wat je kan verwachten tijdens de eco-tuindagen?

  • Ik organiseer de hele tijd door rondleidingen, maar je kan ook de uitgestippelde route – met infobordjes – volgen. Ik probeer je ook op al je (tuingerelateerde) vragen een antwoord te bezorgen. Ik leg de nadruk op biodiversiteit en water in de tuin (droogteresistent tuinieren).
  • Er is een boekenstand van velt
  • Ik verkoop plantjes ten voordele van ‘Onzen hof’, een leuk project hier in de buurt, waar ik graag een steentje aan bijdraag. Verwacht geen honderden plantensoorten, maar ik heb wel enkele leuke plantjes aan democratische prijsjes in de aanbieding. Het is en blijft wel een kleinschalig project.
  • Je kan ook op het terras wat nagenieten van de tuin bij een koffie en een stukje zelfgebakken speculaas.

De tuin is makkelijk te bereiken, er is een bushalte op een steenworp van de tuin (lijn 313, Halte “Hakendover dorp”) met rechtstreekse connectie naar het station, en parking is er in theorie ook meer dan voldoende in onze straat.

Nog wat meer Lente

De voorbije week hadden zowat alle planten een immense groeispurt, eindelijk wat warmte, en een vochtige bodem…

De akeleien komen in bloei. Vorig jaar verplantte ik een dertigtal akeleien naar een akeleienbordertje van 3-4 m². Je leest hier en daar op internet dat akeleien zeer moeilijk te verplanten zijn, ik verloor welgeteld één exemplaar. Dat moeilijk verplanten valt dus wel mee, zou ik zo zeggen. Zo’n bonte mengeling van akeleien is een perfecte portie vrolijkheid in de lente.

Geranium phaeum is een andere vroege vaste plant. De plant doet het ook vrij goed op beschaduwde plekken en is een echte magneet voor hommels.

Hans Kramer van kwekerij Hessenhof vertelde me vorige week nog dat hij deze plant niet aan de man krijgt, terwijl het zo’n mooie plant zou zijn. Ik heb me vorig jaar 8 exemplaren aangekocht voor de droge border, de Jurinea cyanoïdes zou bloeien met bloemen die lijken op een mini-versie van artisjok bloemen. Alle planten maken nu al bloemknoppen aan, ik kijk benieuwd uit.

De Camassia’s blijven jaar na jaar trouw terugkomen. Het zijn eigenlijk zeer leuke bolgewassen.

Een aanwinst vanuit het Hessenhof, deze Dodecatheon ‘Aphrodite’ (twaalfgodenkruid). Ik ben benieuwd of ik deze volgend jaar nog terug zie komen.

Het kruipend zenegroen (Ajuga reptans) was hier ooit bijna verdwenen, maar doet het de laatste jaren erg goed, en palmt nu een steeds groter stukje tuin in.

De eerste bloeiende pioen dit jaar, Paeonia Lutea. De struik is ondertussen bijna 1.5 m hoog.

Dit wolfsmelkje zaait zich overal uit, zonder ooit te storen. Het is een perfecte weefplant, ik moet jullie wel de naam schuldig blijven.

Oogst

Het valt me op dat het dit jaar wel een uitzonderlijke oogst van fruit lijkt te gaan worden.

Hierboven een foto van één van de blauwbessen die overladen zijn met bloesem (ik heb misschien niet voldoende gesnoeid).

De meeste perelaars dragen enorm veel vrucht
De aalbessen dragen rijker dan ooit te voren. Ook deze zou ik in theorie sterker moeten snoeien om grotere trossen te krijgen, but I don’t give a fuck.
De vijgelaars hebben al vrij grote vijgen op dit ogenblik, en veel, heel veel. Dit wordt een grote zomeroogst.
Ook de cassis-planten dragen zeer goed dit jaar
Verder zijn er ook heel wat kruisbessen in aantocht
Geen late vorst dit jaar, de kiwibessen hangen vol bloemknoppen.

Lente

Na de veel te warme herfst, de stevige winterprik in december (tot -10°C hier, en 7 dagen op een rij met nachten kouder dan -5°C), en de vrij natte maanden januari en maart, was ik bezorgd dat er veel planten in de tuin averij zouden oplopen. De vrij kille aprilmaand zorgde er voor dat heel wat dingen niet leken terug te komen…

In de schaduwtuin is het Robertskruid terug gekomen.

Wanneer ik nu begin mei de situatie bekijk, kan ik alleen maar zeggen dat die schade best wel meevalt. Ik ben amper planten verloren. In april werd ook nog enkele keren late nachtvorst aangekondigd, maar ook dat bleek geen probleem.

De bloempluktuin staat helemaal vol

De volledige siertuin heeft ondertussen zijn onderhoud gehad, dit week-end moet de fruittuin nog volgen, en ook het gazon dient een eerste keer voor een stuk gemaaid te worden.

In de voortuin start de Nepeta met bloeien. De Lavendel vervangen door deze Nepeta was een goede beslissing.

Maar de tuin ziet er dus wel goed uit, volgens mij beter dan ooit. Er zijn wel enkele stukken border opnieuw aangelegd, en dus niet zo mooi dichtgegroeid, maar dat lost zich deze zomer wel op.

De nectartuin, met vooraan het stukje ‘droogteminnende tuin’ dat ik vorig jaar aanlegde. Er zijn nog wel wat stukjes die de planten moeten opvullen door wat te groeien. De blote aarde wordt sowieso bedekt met een laagje compost.

Een levende tuin

We proberen met het Netwerk Milieu Tienen zoveel mogelijk inwoners van Tienen te stimuleren om hun tuin ecologischer en biodiverser in te richten.

Daar zijn heel wat goede redenen voor te vinden, die vooral gekoppeld zijn aan het ecologisch potentieel dat alle privétuinen in Vlaanderen hebben. We leven in een dichtbevolkte regio, met heel wat versnippering tussen de verschillende natuurgebieden. In totaal is er 7% van Vlaanderen “Oppervlakte met effectief natuurbeheer”, waarvan 1% natuurreservaten. Daar tegenover staat dat privétuinen 9% van het grondoppervlak van Vlaanderen innemen. Zowel op het vlak van biodiversiteit als op het vlak van klimaatadaptatie kunnen ze een belangrijker rol spelen. En de meeste maatregels die de biodiversiteit in je tuin stimuleren, zijn ook voor klimaatadaptatie van groot belang.

De vraag is, wat moet je nu doen om de natuur in je tuin uit te nodigen, en wat voor soort tuinen kunnen een steentje bijdragen? Dat was ook het onderwerp van een discussiecafé enkele weken geleden.

Over de laatste vraag kan ik zeer kort en bondig zijn : ook kleine tuinen en stadstuinen zijn belangrijk. Onderzoek toont aan dat een kleine tuin of een stadstuin even biodivers kan zijn dan een grote, landelijke tuin : per m² tref je in stadstuinen en kleine tuintjes – bij een vergelijkbaar beheer – evenveel ongewervelden aan. In een ommuurde stadstuin ga je geen everzwijnen of wolven aantreffen, maar dit betreft ongewervelden (slakken, insecten, spinnen, mijten, wormen, duizendpoten,…).

Veel mensen hebben een idyllisch beeld van het platteland, maar vergeten even dat grootschalige monocultuur niet direct een stimulans voor de natuur is (ook al worden er nu op allerlei manieren stappen gezet om dat te verbeteren). Er zullen natuurlijk altijd lokale verschillen zijn, ik ben er vrij zeker van dat de grote (2-3 ha), redelijk verwilderde parktuin met hoogstamboomgaard en grasland van mijn buren een positieve impact hebben op de biodiversiteit in mijn tuin.

Maar de idee moet volgens mij toch zijn dat iedere tuin een positieve bijdrage kan leveren in een groot netwerk van tuinen die corridors vormen over het hele land.

Goed, nu dat dat duidelijk is dat iedere tuin kan helpen, is er natuurlijk de vraag, wat kan ik doen om mijn steentje bij te dragen?

  • Vermijd pesticiden. Het lijkt me nogal wiedes dat je geen extra biodiversiteit creëert door ze te vergiftigen.
  • Beperk de hoeveelheid verharding. Niet alleen omdat het niet goed is voor de biodiversiteit, maar ook omdat de toenemende verharding van Vlaanderen ons steeds kwetsbaarder maakt voor wateroverlast. Door de warmere zomers kan de lucht veel meer water ophouden (vandaar de langere droge periodes), en zijn regenbuien/onweersbuien in de zomer steeds feller.
    In steden zorgt de toenemende verharding ook voor een hitte-eiland effect (de temperatuur in de stad is tot 10°C hoger dan op het platteland). Ontharden dus. In steden is ongeveer 35% van de oppervlakte “tuin”, voor ontharding in steden en dorpskernen kunnen we niet alleen op de overheid rekenen.
  • Plant een boom (indien daar de plaats voor is). Je voegt daarmee een dimensie toe aan je tuin, en je creëert ook een enkele andere habitats (schors / schaduw). Bomen bieden ook beschutting voor bvb vlinders (die niet van open, winderige ruimtes houden. Volgens een veldstudie in Sheffield uit 2006 is dit de belangrijkste parameter voor meer leven in de tuin. Bomen zorgen in de zomer ook voor afkoeling (en dat is ook met het curieuzeneuzen-project nog eens bewezen) en zijn dus ook voor klimaatadaptatie van belang.
  • Ook een composthoop is een bron van leven in je tuin. In mijn composthoop leven padden, maar vooral veel ongewervelden, zo is de composthoop vergeven van de springstaarten. En die springstaarten vormen dan weer de basis van een hele voedselpiramide.
    Nog een voordeel van composteren : je bent ook circulair aan ’t tuinieren.
    In al die jaren dat ik hier tuinier is alle ‘tuinafval’ op de composthoop verwerkt.
  • In lang gras leven volgens onderzoek 50 x meer ongewervelde dieren (en 12 x meer soorten) dan in een kort gemaaid gazon. En neen, er hoeven volgens dat onderzoek niet per definitie bloemen in dat lange gras uitgezaaid te worden. Zaai die bloemen in omdat je ze mooi vindt of om de buren gerust te stellen, maar weet dat de meeste dieren die je in dat lange gras gaat lokken gewoon verlekkerd zijn op dat lange gras.
  • Een vijver doet ook de biodiversiteit in je tuin toenemen. Maar om het beste effect te halen, opteer je best voor een vijver zonder vissen, en met planten. Dat vijvertje hoeft niet groot te zijn, dat kan ook een wasteil zijn die je ingraaft.
  • Opgeruimd staat dan misschien netjes, maar is vanuit het standpunt van ecologisch tuinieren een verkeerde houding. Dood hout vormt een habitat voor kevers (en hun larven), leg dus laat wat dood hout liggen in je tuin of leg enkele stronken op een hoop. De strooisellaag van gevallen bladeren is een bron voor enorm veel leven van allerlei ongewervelden die organisch afval verwerken. En die ongewervelden staan dan zelf weer op het menu van heel wat andere beesten.
  • Je hoeft geen brandnetels of inheemse planten aan te planten om leven in je tuin te lokken. Veldstudies tonen geen significant verschil aan in biodiversiteit. Maar ze gaan die biodiversiteit ook niet verminderen. Doe dus wat je wilt. Zorg vooral voor voldoende bloemen (geen gevulde of steriele bloemen) in plaats van siergrassen en gazon. En plant enkele struiken of bomen die bessen opleveren voor vogels.
  • Kijk wat je buren doen. Indien er in alle tuinen rondom je al heel wat struiken en bomen staan, maar niemand een vijver heeft, dan is een vijver belangrijker dan wat bomen. Zo heb ik hier niet direct veel bessen dragende struiken gezet, omdat er bij de buren al een hele houtkant staat en ik ook enkele fruitstruikjes heb staan die al bessen opleveren. Je kan ook samenwerken met de buren, om bvb samen een vogelbosje te planten op de scheiding.
  • Geef een stukje controle op. Probeer niet teveel te denken in termen als schadelijke en nuttige dieren. De dieren die je tuin bezoeken, weten niet dat ze in jouw tuin vertoeven. Grijp alleen in wanneer je een echte plaag hebt. Maar zelf heb ik nog maar amper moeten ingrijpen in mijn tuin (eigenlijk alleen tegen woelmuizen, met wat vallen, en ook slakken probeer ik het leven wat lastig te maken). Er ontstaat altijd een natuurlijk evenwicht.

Ziezo, dit is de boodschap die ik de komende weken ga verkondigen. Ik hoop op veel volgelingen.