Winterslaap

Ik ben door omstandigheden al enkele maanden niet meer actief in blogland. Ik ga er zelf niet te veel over uitweiden, maar ik had even andere zorgen aan mijn hoofd en heb gewoon beslist om wat minder online actief te zijn.

Ondertussen is het al bijna juni, tijd om uit die lange winterslaap te komen.

Ook in de tuin heb ik de dingen dit jaar noodgedwongen anders aangepakt. Me zoals steeds ingeschreven voor de ecotuindagen van velt, ook al had ik een weekje Frankrijk geboekt de week voor die tuindagen.

De bloempluktuin ziet er geweldig uit

Ik had me voorgenomen om me het allemaal wat minder aan te trekken, en me midner druk op te leggen om alles perfect in orde te hebben voor die tuindagen. De tuin wat meer zijn gang laten gaan. Dat is uiteindelijk ook de boodschap van velt. Maar de drukte op het werk, het slechte weer en mijn uitzonderlijk talent voor procrastrinatie maakten dat er midden mei eigenlijk nog heel veel werk was.

Uitzicht op het terras

Onder meer de kiwi terug tegen de muur bevestigen nadat die vorig jaar onder het gewicht van de kiwi’s van de muur was gedonderd. Een aantal stukken border in de vlindertuin volledig heraanplanten omdat de natte winter en turboslakken redelijk wat schade hadden berokkend. Alle snoeihout van de winter nog hakselen. De fruittuin een eerste lenteschoonmaak bezorgen.

Had ik dan helemaal niet gewerkt in de tuin? Integendeel. Maar ik had vooral dingen gedaan die ik nog net iets leuker vond. Zoals planten vermeerderen. En nog meer planten vermeerderen. En alle nestkasten vernieuwen. Steeds weer de stukken tuin die al in orde waren nog verder wieden…

Gelukkig was het Hemelvaart week-end droog, en heb ik daar in vier dagen tijd het leeuwendeel van die achterstand kunnen wegwerken. Zo wat stress op de ketel brengt toch het beste in me naar boven.

Toen ik vorige week vertrok naar de Lubéron was ik dus net een eerste keer rondgeraakt inde tuin : ik had de graspaden gemaaid, alle borders gewied, de netels ingedijkt, en vooral al talrijke pyrrusoverwinningen geboekt in de strijd tegen slakken die in dit nat voorjaar wel zevenkoppige draken leken.

Groot was mijn verbazing toen ik na een weekje vakantie terug thuis kwam. De tuin leek echt ontploft, alles was gigantisch hard gegroeid (en enkele planten gigantisch opgegeten door nieuwe horden slakken).

Een stukje van de vlindertuin

Maar alles ziet er nu goed uit. Sommige stukken tuin zien er echt volwassen uit, anderen stukken dus niet omdat niet altijd volwassen ben en het niet kan laten om toch steeds weer excuses te vinden om stukken tuin her aan te leggen. Maar ik denk dat de meeste tuiniers daar wel schuldig aan zijn. Ik vraag me af of daar de charme van moestuinieren in verborgen zit: dan heb je sowieso ieder jaar werk met heraanleg, planten, zaaien,….

Met alle energie die ik in het vermeerderen van planten heb gestoken, lijkt het hier wel een minikwekerij. Ik heb denk ik meer dan 500 planten opgekweekt om te verkopen op de eco-tuindagen. De volledige omzet van die verkoop wordt weggeschonken aan de bergrakkers, een lokale scoutsafdeling.

Een deel van het opgekweekte plantgoed

Wat ook opvalt: de warme lente zorgt ervoor dat de tuin minstens 2 of 3 weken voorstaat op andere jaren. De combinatie van veel vocht en de warmte van de voorbije weken doet planten ook echt enorm groeien. Er staan andere bloemen in bloei dan andere jaren.

Het wordt een mooi week-end. En een mooie zomer.

Naast het terras

Deze border naast het terras komt pas echt tot kleur in het najaar. Je ziet onder meer Aster x frikartii “Mönch”, Persicaria amplexicaulis ‘Fat Domino’, Aster divaricatus, Helenium ‘Westerstede’ en Anemona ‘Honorine Jobert’. Aster divaricatus is een goed bodembedekkende soort die het hier uitstekend doet.

Aan de andere kant van de border heeft Hydrangea aspera ‘Hot Chocolate’ de show twee maanden gestolen.

In tegenstelling tot veel Hydrangea soorten die in de handel verkocht worden, is deze plant wel een zeer goede insectenplant, vanwege de vele fertiele bloemen. Deze foto van de stadsreus nam ik ook op deze plant.

Staat ook weer in bloei langs het terras (en heerlijk te geuren) deze Rosa “Taxandria”. Wat mij betreft de beste roos in mijn tuin. Gezonde groei, heerlijke geur, mooie bloemen en zeer sterke tweede bloei.

Polyvalent

Strobilanthes penstemonoides (vaak aangeboden als Strobilanthes rakanensis, maar dat zou fout zijn) is een plant die het echt overal doet. Ik heb exemplaren in vrij diepe schaduw staan, en dat deert de planten niet, maar ook op plekken waar de plant redelijk veel zon vangt, en ook daar doet de plant het uitstekend.

De plant heeft grote bladeren en bloeit in het najaar met blauwe lipbloemen. Er is volgens mij geen vaste plant die makkelijker/sneller te stekken is dan deze Strobilanthes.

Eryngium aquaticum

Wanneer tuiniers deze foto zien, gaan ze denken dat dit een kruisdistel is zoals ze er al heel wat hebben gezien. Maar niets is minder waar. Eryngium aquaticum wordt ongeveer 200 cm hoog, en zoals de naam het aangeeft houdt deze plant van water. De plant is afkomstig uit het oosten van Noord-Amerika, waar je hem in natte weiden en moerassen kan aantreffen.

Ik zag de plant drie jaar geleden in Hessenhof, en heb me de plant dit jaar kunnen aanschaffen. Om zeker te zijn dat ik deze kan houden, zal ik ook zaad oogsten als een soort verzekering. Ik heb de plant op drie plekken in de tuin aangeplant, om te kijken waar hij het goed doet.

Centaurea

Centaurea jacea is een inheemse plant die ik gewoon in de tuin aanwend. Het is een erg gracieuze plant die in de voortuin al maanden in bloei staat. Op deze foto zie je ook een Breedbandgroefbij, één van de solitaire bijen die ik hier vanaf juni tot september tegenkom.

Een andere Centaurea die na drie jaar eindelijk bloeit is deze Centaurea atropurpurea die uit de Balkan afkomstig is. Ik dacht de plant kwijt te zijn, maar dit jaar is hij eindelijk aan ’t groeien gegaan.

Deze plant kenmerkt zich ook door heel mooi gevederd blad, wat je wel eens vaker ziet bij Centaurea variëteiten. Ik lees hier en daar dat deze plant zich redelijk vlot uitzaait, dat probeer ik dus wel onder controle te houden.

De plant kenmerkt zich ook door zeer mooie bloemknoppen, die meerdere weken voor de bloemen verschijnen

De Fruitberg NV

Ik ben ondertussen aan ’t zaaien gegaan. Onder meer om zoveel mogelijk Knautia planten te produceren, maar ook heel wat andere planten, die ik dan waarschijnlijk verkoop tijdens de eco-tuindagen volgend jaar.

Ook dit jaar zal de opbrengst van die verkoop aan een goed doel weggeschonken worden.

Verder blijf ik ook ijverig stekken, er staan ondertussen al een 250-tal planten in potjes

Vijgen na Pasen

Het vijgenseizoen is gestart. Ik heb 10 jaar geleden drie vijgelaars aangeplant, en dat zijn nu struiken van 3-4m hoog en breed.

“Madeleine des deux saisons” is nu volop in productie (foto hierboven), ik kan dagelijks een tiental vijgen oogsten. De twee andere vijgelaars (“Del Portugallo”, zeer grote gele vijgen en “Dalmatie” moeten nog starten met hun opbrengst dit jaar).

Mussenhotel

Ik sprak in mijn vorige berichtje dat ik mijn neus niet ophaal voor ‘gewonere dieren’. Eén gewoon dier dat ik de voorbije jaren niet of amper zag in de tuin was de Passer domesticus, huismus. De eerste serie mussenhotels werden bewoon door boomklevers en mezen, niet door mussen …

Sinds dit jaar is er een kentering te merken. Sinds mei zitten er flink wat mussen in één van mijn hagen, en de voorbije weken lijken ze een optrekje gevonden te hebben in de klimroos.

Tijd voor een tweede poging om mussen te laten broeden in mijn tuin. De oude mussennestkasten zijn ondertussen 10 jaar oud, en zijn, net zoals de andere nestkasten, gewoon “op”. Ik heb die nestkastjes wel gebeitst 10 jaar geleden, maar nadien heb ik die niet meer behandeld. En zo lang beschermt een (eco)-beits dus niet.

De oude mussennestkasten zullen dus deze winter weggehaald worden, maar worden nu al vervangen door mussenloften, zodat de huidige mussen al kennis kunnen maken met deze geweldige nesthasten.

Dit zijn nestkasten met een terras en aparte broedruimte. Dat terras wordt door het mannetje gebruikt als zangpost, en laat de mussen toe de omgeving af te scannen alvorens het nestkast te verlaten. Dit model van nestkast zou het populairst zijn bij huismussen. Er wordt ook aangeraden van minstens drie loften op te hangen.

Volgens natuurpunt moet je verder ook nog zorgen voor een doornige of compacte struik op minder dan 10m van het nest en ook nog voor voldoende voeding, maar dat laatste zou ook geen probleem mogen vormen in mijn tuin (kippenhok, composthoop, bloemenweide, veel beestjes,…)

Om het nestkast zo weinig mogelijk te laten opvallen voor roofvogels, heb ik deze nestkasten rood gebeitst, maar dat weinig opvallen is toch een beetje mislukt… De mussenloften hangen ongeveer 3.5 m hoog.

Laten we hopen dat we die mussen hier nu aan ’t broeden krijgen. Indien dat lukt, maak ik volgende winter nog extra mussenloften om een lekker grote kolonie te maken.

Vooruitgang

De voorbije dagen heb ik een aantal waarnemingen van niet direct courante insecten gedeeld. Ik wil daarmee niet de indruk wekken dat alleen dat soort beestjes mij interesseren, integendeel.

Ik denk dat het veel beter is om het “succes” van mijn streven naar een biodiverse tuin af te meten op de hoeveelheid ‘gewone’ beestjes die ik in de tuin zie. En daar zie ik de voorbije twee – drie jaren toch wel een flinke verandering. Ik ga er hier enkele neerpennen.

Gisterenavond deed ik vlak voor het slapengaan nog even het licht aan buiten. Ik zag op het terras twee padden rondlopen. Vroeger was zo’n pad een eerder uitzonderlijke waarneming in de tuin, vandaag kom ik ze frequent tegen. Dat zal enerzijds door de vijver zijn, maar voor roofdieren als padden is ook de aanwezigheid van prooidieren belangrijk, en dat lijkt dus wel snor te zitten.

Dat de vijver een aantal dingen in de goede richting heeft beïnvloed, naast die padden, is nogal wieders: kikkers, libellen, waterjuffers,… zag ik hier vroeger niet, nu wel.

Maar dat een vijver een positieve impact heeft weten we allemaal, maar wat met die bloemenweide? Het maai-mei-niet gazon (dat ondertussen nog steeds niet gemaaid is)? Tot voor enkele jaren zag ik amper zandoogjes in de tuin. Wanneer ik naar mijn resultaten in de vlindertellingen van een aantal jaar geleden terug kijk, stonden die zandoogjes helemaal onderaan het lijstje, terwijl ze het bruine en oranje zandoogje bij de meest voorkomende soorten in België horen. Op dit ogenblik zijn ze, net zoals vorig jaar, de meest voorkomende soort in mijn tuin. Ik telde begin van de week 18 exemplaren in de tuin. Zandoogjes hebben grassen als waardplant, en ze lijken zich steeds beter thuis te vinden in mijn tuin, met de bloemenweide en het maai-me(i)-niet-gazon.

Over dat gazon gesproken. Dat blijft ondertussen verder verschralen. Ik denk dat velen onder ons wel het geluid herkennen van tsjirpende sprinkhanen in een natuurgebied of een weide, wanneer we er wandelen. Wel, ik hoef op dit ogenblik niet naar een natuurgebied, in mijn maai-me(i)-niet gazon wemelt het echt van de sprinkhanen, je hoort ze voortdurend.

En dan zijn er tenslotte de hommels en zweefvliegen. In mijn tuin zie ik geen of amper honingbijen, maar des te meer hommels, en ik heb de indruk dat de aantallen alleen maar toenemen. Ze hebben dan ook een overvloed aan eten. Toen ik hier 12 jaar geleden begon met de aanleg van de tuin, was de tuin een half maanlandschap vol kiezel, en de andere helft een grasveld waar tientallen ganzen op leefden. Ik zag in dat eerste jaar eens af en toe een vlinder of een zweefvlieg. Met wat geduld en het juiste beheer, kan iedereen zijn of haar tuin omtoveren tot een paradijs.