Het is ondertussen alweer een tijdje geleden dat ik hier ‘fruitcontent’ neerschreef. De volgende drie dagen komt daar verandering in. Vandaag leg ik de theorie van cordonsnoei uit, morgen toen ik daar wat foto’s bij, en overmorgen ga ik dieper in op ’t verschil tussen guyot en cordon en hun voor- en nadelen.
Er bestaan twee basistechnieken om druiven te snoeien, de cordon-snoei en de Guyot-snoei. Tot nu toe paste ik alleen guyot-snoei toe in de fruitberg, en daar schreef ik enkele jaren geleden al eens een tekstje bij. Vanaf dit jaar ga ik ook enkele druivelaars opgroeien in cordon. Enkele jaren geleden had ik beloofd om hier ook eens wat over neer te pennen, en nu voeg ik de daad bij het woord.
In mijn vorige tuin paste ik cordonsnoei toe om enkele muren en een trapleuning te bedekken (met druiven) en in de tuin van het ouderlijk huis snoei ik al enkele jaren druiven in cordon (twee pergola’s). Eigenlijk heb ik dus meer ervaring met cordonsnoei dan met guyotsnoei. Je krijgt na verloop van tijd een erg mooi gestel van takken. Hieronder een voorbeeld van een al wat ouder cordon (dit is geen foto uit mijn tuin).
Zelf blijf ik een voorkeur hebben voor guyot.
Een druivelaar is een klimplant. Hij draagt vruchten op de jonge scheuten die ontstaan op éénjarig hout (dus hout dat ’t jaar ervoor gegroeid is) dat zelf op tweejarig hout groeit. Bij cordon maken we een gestel waarop we eenjarige stokken steeds terugsnoeien op één of twee ogen. Je telt het oog dat op de scheiding van ’t tweejarig en éénjarig hout zit hierbij niet mee. Dus één of twee ogen op het éénjarige hout.
Je moet in deze stap oog de juiste sporen selecteren. Je gaat op je sporen van de vorige jaren vaak 2 of 3 scheuten zien opschieten. Je moet dan kiezen welke scheut je tot spoor gaat herleiden en welke scheuten je gewoon gaat verwijderen. Dit doe je op basis van twee criteria : je probeert een spoor over te houden van de sterkst gegroeide scheut en je probeert ook altijd het spoor te maken op de stok die zich het dichtste bij je gestel bevindt.
Je snoeit steeds eerst de scheut die je wilt behouden op de juiste hoogte af. Je kan dan inspecteren of die scheut binnenin OK is, pas daarna snoei je de andere scheut weg.
tekening 1 en 3 : snoei in de winter : we kiezen de tak het dichts bij het snoer. 2 : we maken hier een spoor van de sterkst en gezondst groeiende tak
Dit pas je jaar na jaar toe. Na enkele jaren wordt het gestel erg dik, en zijn je (oude) sporen enorme verdikkingen. Op dat ogenblik wordt cordonsnoei een beetje ingewikkelder, omdat je ook oud en dood hout moet wegsnijden, maar je blijft in theorie jaar na jaar gewoon de groei van de vorige zomer uitdunnen en terugzetten op één of twee ogen.
Je zorgt dat de sporen minimaal 10 cm van mekaar staan. Indien je toch gedwongen bent om ergens twee sporen wat dichter bij mekaar te laten groeien, snoei je die sporen best terug tot op één oog. Je wilt namelijk altijd voldoende licht en lucht in de druivelaar om schimmels (op je druiven) te vermijden.
In de Franse wijngaarden worden veel wijnstokken teruggesnoeid tot 3-5 sporen met twee ogen. Elders (en dan vooral in de nieuwe) wereld houdt men vaak veel veel grotere gestel met veel meer sporen.
Morgen post ik foto’s van cordonsnoei. Maar aangezien ik pas dit jaar mijn snoeren opbind, gaat er nog geen echte sprake zijn van sporen uit te selecteren. Hiervan probeer ik de volgende winters wel eens een fotoreeksje van te maken.
Opgroeien van een cordon.
Je kan cordon opgroeien in zowat alle mogelijke vormen. Er bestaan heel wat verschillende groeivormen in wijngaarden, U, dubbel U, paraplu systeem, lier,… Ik ga hier een eenvoudige dubbel cordon opgroeien en daar heb ik ook de tekeningen voor gemaakt. Je start met cordon zoals met guyot: eerst dikte kweken. Ik verwijs je daarvoor naar de uitleg bij guyot snoei:wintersnoei druiven. In tegenstelling tot guyot ga ik de nieuwe takken bij cordon gedurende het jaar reeds uitbuigen zodat er meer zijtakken op dit hout worden gevormd.
In de daaropvolgende winter selecteer ik uit die takken een aantal sporen. Ik knip deze takken in tot sporen op twee ogen. Je houdt minstens 10 cm tussenafstand tussen twee sporen. Indien je erg grote cordons opbouwt, mag die afstand nog wat groter zijn. Indien een cordon op een bepaalde plek nogal drukbevolkt is met sporen, kan je je sporen daar ook terugzetten tot één oog.
Op deze sporen zal dat jaar vruchthout groeien dat bessen zal dragen. In de winter daarop zet ik deze scheuten opnieuw terug tot een spoor met twee ogen..
Zoals boven aangegeven kan je het gestel of cordon op veel verschillende manieren opgroeien. Hieronder enkele voorbeelden, voor een pergola, een muur en een paal (of een smal stukje muur).
Vlug een plant gaan kopen, dan kan ik die snoeien!
snoeien doet groeien 😉
Mijn druif heb ik vorige week gesnoeid ( moest eigenlijk rond de Kerst, heb ik begrepen). Nu ga ik hierboven uitgebreid bestuderen of ik het wel goed heb gedaan.
Fijn: die duidelijke uitleg!
En, was het juist uitgevoerd?
Je bent specialist !
Lie(f)s.
Specialist is een groot woord, ‘kenner’ is betere omschrijving
Ik snoei in december al, meestal tweede helft van die maand. Daarbij hanteer ik de cordonwerkwijze.
Vroege vogel 😉
Verdemme zeg mr T, straks moet ik nog druivelaars planten na zo’n goed logje.
Niets moet, mijn beste. Go with the Flow, zou de schildpad uit Nemo zeggen.
Super uitleg!
Opgeslagen om eind van het jaar correct te kunnen snoeien.
Ben benieuwd naar de foto’s.