De eerste akeleien staan hier in bloei. Dat is uitzonderlijk vroeg. Zowat alle planten zijn dit jaar wat vroeger aan ’t opkomen. De laatste planten in de borders zijn steevast de Asclepias incarnata en de Vernonia’s. Sinds dit week-end beginnen deze ook een teken van leven te geven. Planten die dat nu nog niet doen, zijn dus waarschijnlijk dood.
Het klinkt misschien idioot, maar je kon mij het voorbije week-end op verschillende plaatsen in de tuin de laatste twijfelgevallen zien inspecteren. Op mijn hurken zittend, op zoek naar een teken van leven. Twee plantensoorten lijken niet terug te komen, een Hongaarse vorm van Lythrum virgatum en Thalictrum finetii.
De voorbije jaren was deze periode er eentje waarin ik steevast enkele verlofdagen inplande om de tuin op orde te krijgen. Maar door de corona-omstandigheden heb ik nu meer vrije tijd (de dagen dat ik werkloos ben) en heb ik in ‘ week-end geen sociale activiteiten. Ik moet nog steeds enkele stukjes tuin in orde zetten, maar ik heb eigenlijk een zee van tijd, en heb dus tijd voor wat andere dingen in de tuin.
Zo had ik me in’t begin van dit jaar voorgenomen om de neteldruk in de tuin een beetje te verlagen. Ik heb geen probleem dat er wat brandnetels staan, maar langzaamaan zijn de brandnetels een paar stukjes tuin aan ’t overnemen(een stukje bloemenweide en een stukje fruittuin). Die kan ik nu dus ook op mijn gemak en met chirurgische precisie verwijderen. Ook het kweekgras in de borders krijgt dit jaar extra aandacht van me (ik ben wel niet zeker dat dat kweekgras daar zo blij mee is). Kweekgras verwijderen doe ik met behulp van een voegenkrabber, om zo de ondergrondse uitlopers op te sporen en mee te verwijderen. Met de extra tijd kan ik dit jaar ook werk maken van het manueel vormsnoeien van mijn taxusrups in de insectentuin.
Maar er is meer…
Vorig jaar schreef ik al over de lavendelstekken. In de drukke lenteperiode zou het oppotten van de plantjes typisch iets zijn waarvoor ik geen tijd vind. Gisteren heb ik, geheel zonder stress, de tijd genomen om de plantjes op te potten. Het resultaat van die stekken viel me toch tegen, ik heb uiteindelijk 49 lavendelplantjes overgehouden aan de oefening. De bedoeling is dat die plantjes volgend jaar aangeplant worden in de voortuin.
Vorige week schreef ik al een stukje over het scheuren van planten. Ik heb vandaag nog heel wat bijkomende planten gescheurd, onder meer enkele Astrantia-pollen van meer dan 50 cm diameter, Calamintha, nog enkele asters,…
Voor de blauwe knoop (Succisa pratensis) heb ik een andere techniek gebruikt, door de twee grootste pollen op te nemen, en die met de hand oog per oog te scheiden. Het resultaat zijn 17 opgepotte plantjes, allemaal met een flink wortelstelsel. Deze planten kunnen snel terug de grond in, zodat ik de plantengroepen van deze geweldige insectenlokker nog flink kan uitbreiden.
Nog een andere methode heb ik toegepast op Helenium ‘Loysder Wieck’. Daar heb ik gewoon één takje van de nog redelijk jonge planten afgetrokken aan de grond. Wanneer je zo’n stevige tak voldoende lateraal wegtrekt, komt er meestal een stukje wortel mee. Ook deze zouden erg snel moeten wortelen. Ik had deze planten ook kunnen opnemen en ze oog per oog kunnen scheiden, maar ik had nog maar enkele extra plantjes nodig van deze schoonheid.

H. ‘Loysder Wieck’ is een Helenium die ik vorig jaar heb aangeplant in de tuin, en die het veel beter doet dan de andere variëteiten die ik in de tuin heb staan. De groeiwijze van de planten lijkt ook helemaal niet op die van mijn andere Heleniums, zoals deze H. ‘Fata Morgana’, die eerder rozetten lijkt te vormen.
H. Fata Morgana
In het tweede jaar in de tuin hebben zowat alle aangeplante H. ‘Loysder Wieck ‘ plantgoed evenveel ogen als de 7-8 jaar oude H. ‘Fata Morgana’…
Die rhizomen zijn anders knap lastig te verwijderen, weet ik uit eigen ervaring.
Hah!. Maar mijn motto is “Moeilijk gaat ook”, anderen zeggen “No Pain No Gain”.
Dan wens ik je veel “gain”.
Schreef je niet ‘wanneer ik 50% succes heb…’?!
Bezige bij…, met succes!
Lie(f)s.
Ik had meer dan 100 stekken genomen. ik vermoed 140-150 stekken of zo. Dus eerder 33% succes, gebuisd dus 😉
Valt dat allemaal nog te combineren met je job?
Het week-end valt absoluut te combineren met mijn job. En zoals ik al aangeef, ik werk op dit ogenblik een dagje minder per week.
Dat gaat richting kwekerij fruitberg 🙂
Ik vind dat wel leuk hoor, zo scheuren, stekken, zaaien (ik heb nog enkele leuke dingen gezaaid ook).
Spaart wat bezoekjes aan het tuincentrum 🙂
Vind ik ook zo leuk om plantjes te stekken bijzonder nieuw aangekochte planten. Als ik een nieuwe vaste plant koop geef ik ze bij de aanplant veel compost, waardoor ze veel worteltjes vormt. Het jaar daarop heb ik soms van een plant meer dan 10 stekjes. Fantastisch toch? Fijne week.
Absoluut fantastisch. Ik heb ooit 4 Geranium macrorrhizum gekocht voor 6 EUR in totaal. Dat waren redelijk grote potten. Ik heb die thuis onmiddellijk gedeeld en had direct 42 plantjes.
Ik zit hier te glimlachen om het beeld : jij op je hurken, turend naar opkomende planten. Niet omdat ik het idioot vind, maar wel zálig! Een man met een passie, mmm…
Nee, ‘t was hier weer een leerrijk logje. En je hebt er duidelijk van genoten. Fijne werkweek!
Die is al weer ingezet 😀
Al die kennis en kunde, ik ben daar jaloers om.
Spijtig dat kwekerij Fruitberg zo ver is.
Ach, een steenworp (voor Jerommeke)
Lavendelstekken in volle grond (liefst plekje in de schaduw) is bij mij dubbel zo succesvol als in potjes, al verschillende keren gemerkt…
Ik ga de tip onthouden. Ik herinner me ook dat iemand me ooit had verteld dat stekken in februari meer kans op succes geeft…
Amaai – zo bezig! En met succes ook. Jouw fantastische bloemenzee aan de straatkant kan er alleen maar goed bij varen.