Wieden, een hobby

Heel wat mensen zien op tegen wieden. Zelf gaat het wieden me redelijk goed af, waarschijnlijk omdat mijn onkruidtolerantie wat groter is dan die van anderen (en ik dus net iets sneller tevreden ben van het resultaat van ’t wieden). Oppervlakkig wieden is mijn ding, en dat gaat verbazend goed vooruit. Ook dan ben ik nog ongeveer 4  uur per week zoet met wieden (dat is nu wel gestaag aan ’t zakken doordat de borders beter opgevuld geraken). Alleen in het begin van het seizoen gaat het vervelen, om die honderden vierkante meters borders bij te werken heb ik dan eerder een volle dag per week nodig.

Ik wied niet volgens de regels. Zoals hierboven aangegeven, Deutsche gründlichkeit is in deze niet aan mij besteed. Ik ga écht geen planten-met-penwortel uitsteken, ik hak ze weg. Die komen dan wel terug, maar kunnen ondertussen geen zaad zetten. En als ik door die nog eens één tot drieduizendzeshonderachtentwintig keer weghak (telkens twee tot drie weken later), geven ze er ook de brui aan. En ik heb me er niet voor moeten bukken. Want zeg nu zelf, knielen voor onkruid, dat is toch écht een brug te ver?

Ik geloof ook niet dat je, om goed te wieden, alles moet wieden. Ik haal de meest opvallende/grootste planten weg, het kleine, jonge grut blijft over. Wanneer ik 80% van ’t onkruid heb verwijderd ben ik al heel tevreden. De resterende planten krijgen executie van uitstel, twee weken. Die laatste 20 % wieden neemt écht teveel tijd in beslag, en ’t zou ook saai worden (want dat vordert niet snel genoeg). Bij de volgende wiedbeurt zijn dat de planten die ’t meest in ’t oog springen en met zekerheid voor de bijl hak gaan.

Nog andere regels waar ik lak aan heb? Het onkruid weghalen om te vermijden dat het ter plaatse zaad zou zetten na het wieden. Door vooral te wieden wanneer het echt warm is, zorg ik ervoor dat alle onkruid onmiddellijk uitdroogt.

Ik kan soms best genieten van dat wieden. Het dwingt je te vertragen doorheen de tuin, en ik zie steeds weer dingen die me anders niet opvallen. Beestjes, plantjes, leuke combinaties,…

Mijn favoriete gereedschap is een tegelrits. Neen, niet om tussen tegels het onkruid weg te werken, maar je kan zo’n tegelrits perfect gebruiken om penwortels door te steken, worteluitlopers los te rukken en zelf om een hoop kleine zaailingen te ‘schoffelen’. Het is ook erg handig om tussen planten te wieden. Een regelrits en mijn tuinhoed, meer heb ik niet nodig, tenzij voor wat grotere oppervlaktes, waar ik met dank overstap op een hak.

Wat ik haat is wieden tussen zaailingen (dus koop ik gewoon planten aan in de winkel en heb ik geen moestuin) en wieden tussen bodembedekkers, maar dat laatste is een tijdelijk probleem.

De meest vervelende onkruiden alhier?

Zevenblad en heermoes  – die bij andere mensen helemaal bovenaan het lijstje staan – heb ik hier redelijk snel onderdrukt.  Zonder twijfel op nummer 1 akkerwinde en haagwinde, die zich niets aan lijken te trekken van mijn wiedpogingen. Ik kan ze hooguit intomen, En verder grassen, en wel in al zijn vormen: straatgras, kweekgras, en ook enkele siergrassen die in de tuin staan, voornamelijk het inheemse (en bloedmooie) Carex pendula en Deschampsia cespitosa, die laatste is zonet op de composthoop beland met heel zijn nageslacht wegens te vervelend. Ook Geel Nagelkruid (Geum urbanum) en kruipende boterbloemen werken hier serieus op mijn zenuwen.

Verder zijn het vooral (inheemse) sierplanten die ik onder controle dien te houden. Rozemarijn, leverkruid, damastbloem en  valeriaan maken er een potje van. Eigenlijk is er maar één uitheemse sierplant die ik flink moet intomen, en dat is Verbena bonariensis.

En daarom mijn vraag aan U allen? Wat is uw favoriete onkruid?

Foto bovenaan: voor velen onkruid, wat mij betreft één van de mooiste plantjes in mijn tuin. Het madeliefje.

 

20 gedachten over “Wieden, een hobby

  1. Knielen voor onkruid… -> reik liever naar de hemel voor fruit !
    Madeliefje -> zo’n mooitje, valt toch niet onder de ‘onkruiden’ zeker…
    Favoriete onkruid -> iets eetbaars…, hahaaa…
    Lie(f)s.

  2. Ik wil zo graag madeliefjes in mijn gras! Ik heb een harkje met een scherp schepje aan de andere kant waarmee ik de wortels goed kan lostrekken. Lelietjes van Daken trouwens, ook zo’n woekerplant. Zalig geurend dan weer wel.

  3. Hier vooral gras. Ik rij alles af met de grasmachine :).
    Enkel in de moestuin durft het onkruid al eens de kop opsteken. Gelukkig is dit stuk niet zo groot en zijn we klaar in een kwartiertje…

  4. In de moestuin durft de klaverzuring en duivenkervel het wel eens overnemen, in de borders één of andere soort wederik en ook Verbena bonariensis.
    Maar wieden? Ik vind dat niet echt erg. ’t Is wat voor een ander joggen is: tijd om dingen op een rijtje te zetten en ondertussen geen afwas of ander huishoudelijk gedoe. Liefst bij mooi weer, dat spreekt.

  5. Fijn stuk, en heel herkenbaar. Ietwat langer onkruid laat zich ook veel makkelijker uittrekken :-).
    Mijn ergste onkruid: zevenblad. Dat bestrijkt bij ons zo’n grote oppervlakte dat ik een ongewone oprisping van agressie zwaar moet onderdrukken wanneer mensen beginnen over ‘maar het is zo lekker, en het past in een slaatje’. Aaaargh!
    Hagewinde en akkerwinde lijken zich inderdaad niet te laten vermoeien.
    En ik kijk uit naar de dag dat ik Verbena een onkruid kan noemen 🙂 Hoewel ik daar op dat moment dan wellicht anders over zal denken 🙂

    1. Verbena blijft er makkelijk te wieden. Normaal heb je vanaf het tweede jaar teveel verbena 🙂
      En dat van dat lekker zevenblad, dat had ik al gehoord, en ik durf het niet neer te schrijven, vanwege vrees voor jouw toorn 😉 😉

  6. Tja, ik durf het haast niet te zeggen, maar in mijn al 21 jaar bestaande tuin van ca. 900 m2 is de grond vrijwel geheel bedekt met planten. Wat ik onkruid zou noemen ( kleefkruid bijv.) komt nauwelijks voor. Ik ben – echt waar – met een half uurtje per week in het voorjaar klaar.
    Eén ding moet je onthouden: hoe meer je de bodem verstoort, hoe meer slapende zaadjes van “onkruid” gaan wakker worden.
    Ik ben graag een luie tuinvrouw, die meer geniet dan werkt in de tuin :-))

  7. Yuck – wieden. Ik haat het. Probeer nu de moestuin in de herfst volledig met herfstblad te bedekken. Geen onkruidje in de lente.
    De borders laat ik liever aan het biodivers vrouwke over. Maar die heeft daar in de lente wat werk aan en daarna nauwelijks, wegens goed gevulde borders.
    De enige soortjes die ik gericht en met een mesje uithaal uit mijn tuin zijn Indische schijnaardbei en Oranje havikskruid.

  8. In onze tuin dient welhaast nooit te worden gewied. De ene plant leunt er tegen de andere en laat geen plaats en licht meer over voor onkruid.
    Favoriete onkruid? Madeliefje. Omdat ik dat gewoon laat staan, quoi.
    Minst favoriete onkruiden: zevenblad, heermoes en haagwinde. Moeilijk te verdelgen en voor je er erg in hebt, palmen ze gans je tuin in.

  9. Een hele mooie insteek; op zo’n manier door de tuin laat je haar echt meemaken. Kan me er helemaal in vinden. Mijn favorieten zijn mos (telt dat mee?) en Robertskruid.

Laat een reactie achter op De Fruitberg Reactie annuleren

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: