Terwijl vlinders voornamelijk van nectar leven, vinden solitaire) bijen en hommels twee voedselbronnen in een bloem : nectar én stuifmeel. De nectar wordt omgezet in honing, als voedselreserve, en het stuifmeel dient ook als voedsel (ook voor de jongen) maar wordt ook verzameld in raten.

Bloemen lokken bestuivers met nectar, geuren of met felle kleuren (niet altijd in het kleurenspectrum dat de homo sapiens sapiens kan waarnemen), en de bijtjes vliegen van bloem tot bloem, en bestuiven zo de bloemen, zo werd ons vroeger geleerd.
Maar bloemen lokken niet alleen bijen via kleuren en geuren. Er komen ook elektrische velden aan te pas. Een bij die rondvliegt laadt statisch op (positief), en bloemen zorgen ervoor dat ze negatief geladen zijn, zodat het pollen (dat de bloem naar een andere bloem wilt overbrengen) makkelijker aan de bij blijft ‘kleven’. Dat pollen laadt tijdens de vlucht ook positief op zodat het makkelijker aan de volgende bloem blijft kleven.
Door het bezoek van de bij is de elektrostatische lading van de bloem geneutraliseerd. Een bloem laadt zich daarna opnieuw met nectar en zal enkele minuten later opnieuw het initiële negatieve elektrostatische veld aanmaken. Onderzoekers gaan er van uit dat bijen deze elektrische handtekening kunnen ‘lezen’ en zo alleen bloemen, voorzien van nectar, bezoeken… Zo verliest de bij geen kostbare tijd bij het zoeken naar geschikte bloemen en slaagt een honingbij erin om niet minder dan 2000 bloemen op één dag te bezoeken. Dit zijn allemaal resultaten van incrementele stappen in een erg lange evolutie naar perfectie.

Het is net dankzij de bestuivers dat de wereld er zo kleurrijk uitziet. Zonder bestuivende insecten zouden bloemen geen zin hebben en zou de wereld één grote, groene massa zijn. Maar dankzij de evolutie zijn bloemen wat ze nu zijn. En het is net door de bestuiving door insecten dat die evolutie verder gaat. In de natuur blijven alleen die planten met bloemen die er in slagen bestuivers te lokken. I
In de tuin cultiveren mensen planten die het nooit zouden redden in de grote boze wereld. Denk maar aan dubbele bloemen, maar ook heel wat andere cultivars die helemaal niet aantrekkelijk zijn voor insecten. Steriele planten verliezen geen energie aan zaad zetten, en bloeien dus langer. Bovendien zaaien ze zich niet uit, wat zowel voor de tuinier (minder wieden) als voor de veredelaar (niet te vermeerderen via zaad) als een voordeel kan gezien worden.
Zo staan Gaura lindheimeri en Lythrum virgatum in alle lijstjes aangestipt als uitmuntende nectar- en stuifmeelplanten. De engelstalige naam van Gaura is zelfs ‘Bee blossom’. Maar bestuivers zie je niet op mijn Gaure lindheimeri ‘Whirling Butterfies’, op een verloren gevlogen zweefvlieg na.

In ’t geval van de Lythrum virgatum ‘Dropmore purple’ is ’t verhaal ietsje anders. Kattestaart is een vrij invasief plantje , en de soorten die in de handel verkocht worden zijn steriele rassen die zich niet uitzaaien. En blijkbaar veel minder interessant voor bijen en hommels, wat ze worden hier niet zo frequent bezocht.

Maar dat steriel zou gelijk staan als niet interessant voor bestuivers, daar had ik niet op gerekend. Want Geranium ‘Rozanne’ is ook steriel maar blijft wel bestuivers lokken, zoals de bovenste fotos duidelijk aantonen…
Indien je een lijstje met nuttige insectenplanten gebruikt, besef dan dat veredelde planten niet altijd even goed zijn…
Een erg interessante uiteenzetting. Hoedje af.
‘Whirling Butterflies’ is wel degelijk ook een G. lindheimeri-soort.
Beetje jammer dat geen enkele Gaura betrouwbaar winterhard is. Bij strenge vorst is afdekken dan ook aangewezen. Vandaar dat ik ze veiligheids- en gemakshalve toch maar in pot (over)houd.
O ja, eens te meer sublieme foto’s!
Ik ga ze afdekken. De planten groeien trouwens enorm snel, in ’t ergste geval vervang ik ze wel in ’t voorjaar (op voorwaarde dat de G. lindheimeri zelf wél bijen lokt, anders vervang ik de plant door iets anders)
Mooie foto’s en een boeiend verhaal.
Lie(f)s.
’t Zijn erg interessante dieren, bijen. In tegenstelling tot hommels en wespen overwinteren bij bijen ook een grote kolonie, niet alleen de koningin..
Heel wat bijgeleerd en je uiteenzetting heeft enkele actuele vragen beantwoord, petje af 🙂
En uiteraard, prachtige foto’s!
Bedankt 😀
Zeer interessant verhaal, vooral dat van die elektrostatische veldjes, dat ik, om het goed te snappen nog wel een paar keer ga overlezen. En dat we moeten uitkijken bij het aanschaffen van steriele rassen, dat is nu wel duidelijk.
Schitterende foto’s ook!
Die bij in G. ‘Rozanna’ was echt wel een geweldig beeld, met de tientallen bloemen op de plant was het mogelijk om enkele perfecte foto’s te maken
Weer wat geleerd. Erg leuk. Wist ook niet dat de bij zo hard moest werken om bij de nectar te komen.
Eén bij die twéé weken uitvliegt voor nectar en stuifmeel (dat doen ze pas de laatste weken van hun leven, daarvoor werken ze in het nest) haalt evenveel honing op als wij aan ’t mes laten hangen wanneer we honing op een boterham smeren….
Dat heb je weer duidelijk uit de doeken gedaan, en mooi geïllustreerd!
Tijdens een voordracht over solitaire bijen heb ik enkele foto’s gezien van bloemen in UV licht en dan is een bvb. een Teunisbloem niet egaal geel zoals wij ze zien maar heeft ze een gekleurd hart met strepen die naar dat hart leiden. Dit zijn de zogenaamde honingmerken. Bij andere bloemen zijn die dan weer wel zichtbaar voor ons.
Toch knap hoe dat allemaal op mekaar is afgesteld!
De elektrostatische lading is nieuw voor mij.
Dank.
Alleen het verhaal van een honingmerk kende ik.
Ja, geuren en kleuren moeten van ons veranderen.
Ook dubbele bloemen vinden wij mooier.
Maar een lekker potje honing is nog beter.
Vriendelijke groet,
Heel duidelijke uitleg en die Lythrum virgatum ‘Dropmore purple’ vind ik prachtig!
Interessant! Iets om rekening mee te houden bij een volgend bezoekje aan het tuincentrum.
Heel interessant! Deze zomer heb ik tweer Geraniums ‘Rozanne’ aangeschaft en een Gaura lindheimeri ‘Whirling Butterfies’. Ik had namelijk gevonden dat de Gaura lindheimeri een hele goede drachtplant is, maar me niet gerealiseerd dat dit niet geldt voor deze veredelde versie.
Maar ik zie er inderdaad niet op af komen, terwijl dat bij de Rozanne’s wel het geval is.
Ik heb ondertussen (ook) de echte Gaura lindheimeri, en die heeft meer succes bij de gevleugelde beestjes
Dan denk ik dat de whirling butterflies volgend jaar plaats mag gaan maken voor de echte.