Toen ik enkele jaren geleden door een catalogus van een vaste plantenkweker struinde, stootte ik op de volgende omschrijving bij een voor mij toen ongekende plant.
“een dunstelige opgaande kleine plant met glimmend donkergroen, puntig, hard blad. Hij bloeit in juni met kleine losse schermen heerlijk geurende witte bloemen als die van een Jasmijn, hoogte 40cm ongeveer. Een hele leuke plant om op de voorgrond een flinke groep van te planten, ze geven een mooi strak beeld en ze zijn sterk. Volle zon.”
Zeg nu zelf, dat lijkt best wel aantrekkelijk niet? Ik bestelde me enkele plantjes, maar het was geen liefde op ’t eerste zicht, toch niet tussen mij en de planten, wel tussen de slakken en de planten. De slakken aten alle planten zo goed als kaal. Ik had niet nog eens zin in een bijkomende plant die continu wordt kaal gegeten door de slakken. Maar vorig jaar én dit jaar blijkt die schade erg beperkt of zelfs onbestaande, en de plantjes tonen hun potentieel: de witte bloemetjes contrasteren perfect bij de diepgroene bladeren. En ja ze geuren lekker, maar dat is niet vanop afstand waarneembaar. De planten lijken ook flink te groeien (in de breedte dan, want de hoogte blijft beperkt tot 45 cm).
Ik kan helaas niet op de prijsuitreiking aanwezig zijn.
Geen probleem, ik zal de hapjes wel nuttigen
Ik probeer me dat “ze geven een mooi strak beeld” voor te stellen. Lukt niet maar ik vind ze wel een prachtig bloemetje hebben.
Ze groeien rechtop, een beetje stijf. Vandaar ‘strak’