
Het aanplanten van een grote nectartuin is niet alleen ingegeven door ecologische overwegingen. Het heeft ook, ergens, te maken met kortzichtige luiheid. Enkele jaren geleden veranderde ik het geweer van schouder bij het uitoefenen van fotografie. Ik verlegde de focus van stadsfotografie naar macrofotografie. Ik zou niet langer ’s avonds op een bankje moeten wachten op het blauwe uur, en niet langer met peperduur fotografisch materiaal ’s nachts door de straten slenteren, maar vlinders, zweefvliegen en ander klein grut fotograferen. Maar de zoektocht naar een geschikte plek om vlinders te fotograferen viel tegen. En dan spreek ik nog niet over het om 05h00 ’s morgens opstaan om vroeg genoeg ter plaatste te zijn. Door zo’n nectartuin zouden de vlinders, zweefvliegen, hommels en solitaire bijen mijn tuin bezoeken, zodat ik niet meer op zoek moest naar hen. Ik zou een soort salonnatuurfotograaf zijn. Lijkt een strak plan, maar dat salon gehalte valt wel tegen, want de nectartuin is op dit ogenblik zonder twijfel het meest arbeidsintensieve deel van de tuin (ik schat 4-8 uur werk per week, maar dat zal naarmate de planten groeien wel verminderen).

Eén plant moest zou sowieso een plaatsje krijgen in die tuin, om dat de aantrekkingskracht van het inheemse leverkruid op vlinders tijdens de zoektochten me niet was ontgaan. Eupatorium stond dus op mijn aankooplijstje toen ik ging shoppen. In ’t plantencentrum was er keuze tussen E. maculatum en E. purpureum, en op goed geluk koos ik voor de eerste. Thuis aangekomen bleek dit niet het inheemse leverkruid (E. cannabinum) te zijn dat ik eigenlijk wou kopen… Geen probleem, plaats genoeg in de nectartuin, ik zou me de volgende keer wel de inheemse soort kopen. Enkele maanden later was duidelijk dat de aangekochte E. maculatum in de smaak viel bij de lokale vlinders en verscheen het inheemse Leverkruid (E. cannabinum) als “onkruid” elders in de tuin. Ik nam er meerdere stekken van die ik eind vorig jaar uitplantte in de nectartuin.

Tegelijkertijd groeide de aangekochte E. maculatum niet alleen uit tot een grote pol met tientallen bloemschermen maar ook tot favoriete plant in de Fruitberg van vlinders en hommels. Ik nam ook van deze plant stekken om de plant te vermeerderen en liet me eind vorig jaar verleiden tot de aankoop van Eupatorium purpureum en Eupatorium maculatum ‘Alba’. Bovendien kocht ik dit voorjaar ook nog enkele planten Eupatorium dubuim ‘Baby Joe’, een andere plant uit dezelfde familie die maar 80 cm hoog zou worden. E. maculatum wordt ongeveer 200-250cm hoog, E. cannabinum 125 cm .
De planten staan allemaal in mekaars omgeving in de nectartuin en beginnen nu allemaal te bloeien. Op esthetisch vlak verkies ik de E. cannabinum, vanwege het mooie blad en de donkere stengels en de E. dubuim (ietsje meer gekleurd).
De voorkeur van de insecten is enigszins verdeeld : zweefvliegen en (solitaire) bijen vliegen vooral op E. cannabinum, de hommels zijn zo goed als unaniem voorstander van E. maculatum.

Allemaal leveren ze een aangename geur, die wat weg heeft van zoete vanille.

De planten hebben tijdens het uitlopen in de lente wel last van slakkenvraat… Verder zijn het flinke groeiers, die je wel onder controle moet houden. Het beeld op de eerste foto is één pol, van een plant die drie jaar geleden werd aangekocht.
Eupatorium maculatum ‘Atropurpureum’ verdraagt goed zeewind en doet het te onzent dan ook prima. Wat meer is: hij zaait zich niet overvloedig uit, zoals dat wel het geval is bij sommige soorten.
Mijn liefde voor deze plant zou nog groter zijn moesten de bladeren niet zo hoog op het menu staan bij slakken. Tisaltijdiet. 😉
Tisinderdaadaltijdiet. Het uitzaaien vormt tot nu toe geen probleem, maar wat niet is kan nog komen natuurljk.
Mooie plant en altijd leuk om waardeplanten te leren kennen voor bijen. Bij ons is ’t op deze moment vooral de verbena die druk bezocht wordt.
Dit is eigenlijk niet zo’n goede bijenplant (E. Cannabinum lokt wel bijen, maar lang niet zoveel). Echte goede bijenplanten voor deze tijd van ’t jaar zijn oregano, bergsteentijm, sommige planten van het ras Helenium en Helianthus doen het hier ook erg goed
Mooie plant, staat ook nog op mijn verlanglijstje.
Zeker nu ik de E. dubuim ‘Baby Joe’ heb gezien. E. phantom zou ook een lage, mooie soort zijn. Ik denk er nog even over na terwijl ik op zoek ga naar een kweker.
Je hebt een mooie, informatieve blog!
Guido van de steen (Wetteren) heeft ze allebei in zijn (enorm) gamma.
bedankt voor ’t compliment.
Koninginnekruidsoorten zijn inderdaad grote favorieten bij een aantal insecten. Hier is het gewone leverkruid erg in.
Het is mij niet helemaal duidelijk waarom, maar andere, dure soorten zijn bij mij weer verdwenen, wellicht toch te weinig zon. Een witte soort is gebleven, naast de wilde vorm. Maar bij jou staan ze er prachtig bij, de lilliputter is ook schitterend.
Ze hebben toch wat zon nodig denk ik. De lilliputter is toch ook nog 80 cm hoog (en zou maar 50 cm hoog worden volgens de beschrijving)
IK geef het eerlijk toe: ik ben niet echt een tuinier. Dat wist je al denk ik 😉 Toch kom ik hier graag omdat ik die foto’s van je zo schitterend vind. Loop je de hele dag in de tuin met een grote camera om je nek? Ze zijn prachtig.
Af en toe een kwartiertje of zo. Ik zit echt niet heel de dag met de camera in de tuin. Meer met de schoffel eigenlijk