Het is eigenlijk te gek voor woorden, maar er lopen nog altijd mensen rond die ervan overtuigd zijn dat tuinieren zonder gif niet mogelijk is. Mensen die niet geloven in een natuurlijk evenwicht. Die eigenlijk intrinsiek zeggen dat ze niet geloven dat mensen ecologisch kunnen tuinieren.
Dit week-end stel ik, samen met bijna 200 andere tuiniers, mijn tuin open om te bewijzen dat dat wel kan.
Hieronder leg ik ik uit wat ik onder ‘ecologisch tuinieren’ versta.
‘Er staat wel veel klaver in je gazon”
“Ja” bevestig ik.
“Ge moet eens spuiten”
“Euh, waarom, ik vind dat mooi” kaats ik terug
“Dat is gevaarlijk, er zitten vaak bijen op die bloemen”.
Ik stuur het gesprek verder in die richting “En waarom is dat gevaarlijk?”, terwijl ik het antwoord dat gaat komen al perfect ken.
“Als de kinderen op hun blote voeten in de tuin spelen worden ze misschien gestoken” (hehe, dit was zó voorspelbaar)
Mijn antwoord was al klaar “En de kinderen op hun blote voeten door dat vergif laten lopen is wel OK? Ze moeten maar schoenen aantrekken”
De bezoeker reageert met een diepe zucht en schudt zijn hoofd. Ik heb hem volgens mij zelfs niet aan ’t denken gezet.
Ik heb het lang geleden al eens beschreven, in een ver tuinverleden gebruikte ik wel eens chemische bestrijdingsmiddelen, voor zover ik me herinner Round-Up en een middel tegen sterroetdauw op rozelaars. Ik sprong, zoals zovelen, achteloos om met deze producten, ze werden me aangeraden in een tuincentrum, en ik gebruikte ze. Noem het een jeugdzonde. Enkele jaren later kocht ik opnieuw een bestrijdingsmiddel (tegen perenpokken), maar toen ik de waarschuwingsfiche van het aangekochte product las, besliste ik het middel niet te gebruiken. Liever geen peren(bomen) dan dat product gebruiken, was mijn reflex. Zo besliste ik om ecologisch te tuinieren. Planten zouden het vanaf dan zonder chemische hulpmiddelen moeten redden in de tuin, om hun plaats in mijn tuin te verdienen.
Ik merkte dat mijn perelaars bleven leven ondanks de perenpokken, en er eigenlijk zelfs niet zoveel last van hadden… Het motto werd dus “Liever een vlekje of een gaatje in een blad dan een gifspuit in de tuinberging”. Alleen in uitzonderlijke situaties, zonder alternatief, zou ik nog gif overwegen.
Later besliste ik dat ‘biologische’ pesticides geen alternatief waren, omdat er wat mij betreft geen verschil is tussen een synthetisch bestrijdingsmiddel en een biologisch bestrijdingsmiddel dat uit een plant of dier wordt gewonnen. Waterstofcyanide (blauwzuur) en strychnine zijn ook biologische producten, maar zou ik niet direct met ecologisch tuinieren associëren. De ‘ecologische’ slakkenkorrels moesten wijken voor nachtelijke klopjachten. Voor andere problemen (taxuskever en bastaardrupsen) vond ik biologische bestrijdingsmiddelen (die ik nu ook al weer bijna twee jaar niet meer heb aangewend), zodat ik ondertussen al jaren tuinier zonder gebruik van pesticiden.
Beestjes
En over de jaren berust je ook meer in de dingen. Zo beschouw ik bladluizen als een belangrijke schakel in de voedselketen van mijn tuin, en dat gaat veel verder dan enkele lieveheersbeestjes. Ook gaasvlieg- en zweefvlieglarven lusten ze rauw. En de voorbije weken zag ik één van de broedende paartjes koolmezen op en af vliegen naar de rozelaars. De bladluizen verdwijnen niet helemaal, maar worden onder controle gehouden. De rozelaars blijven er gezond uit zien en groeien dat het een lieve lust is. Veel dieren varen wel bij dit evenwicht, alleen de bladluizen ondervinden aan den lijve dat het leven zwaar is onderaan de voedselketen. In een volledig ontluisde tuin zullen de predatoren van de bladluizen verdwijnen, zodat de bladluizen daarna écht vrij spel hebben. Vandaar ’t belang van een evenwicht. Dat is ook ’t probleem met chemische bestrijding : het is niet anders dan een boomerang wegwerpen die je daarna snoeihard in ’t gezicht krijgt.
Er zijn ieder jaar wel enkele planten die meer last hebben van bladluizen, dit jaar onder meer de perzikbomen en pruimelaar (lelijke, opkrullende bladeren), vorig jaar enkele braambessen. Maar de planten groeien door die schade, en mijn tuin is geen vitrinekast, enkele opgekrulde bladeren is écht niet het einde van de wereld.
Ik trek dit ook door naar de bloedblaarluis op de aalbessen, het blad van de planten oogt minder mooi, maar dat is voor mij geen reden om in te grijpen. Vaak lees je als ecologische tip om de aangetaste bladeren te verwijderen en te verbranden, ik ga ervan uit dat er op redelijk korte termijn een evenwicht ontstaat tussen deze luis en andere dieren.
Sommige planten hebben ook last van slakkenvraat, onder andere de hosta, maar ik heb de systematische, dubbele nachtelijke strooptochten op zoek naar slakken opgegeven. Af en toe stap ik rond 23h00 nog even langs planten die duidelijk lijden onder de slakkenvraat om de slakken door te knippen, maar enkele gaten in de planten vormen bij mij geen probleem. Toen ik twee jaar geleden nog dagelijks op slakkenjacht ging, was de schade miniem tot onbestaande, maar de soep is mij de kool niet waard. Al bij al zijn de slakken minder aanwezig dan vorig jaar, de kippen die hier heel de winter vrij mochten rondlopen en de lijsters en merels die iedere ochtend in de schaduwtuin vertoeven, zijn daar waarschijnlijk niet vreemd aan.
Heb ik dan écht geen problemen in de tuin? Toch wel. Perenbladgalmijt. Hiervoor bestaat geen “ecologisch” controle-middel, en de schade op de bomen neemt jaar na jaar toe. Hier overweeg ik om volgend jaar toch met spuitzwavel een preventieve behandeling uit te voeren (middel toegelaten in biologische teelt) tijdens het uitlopen van de knoppen, het enige alternatief is het rooien van de bomen.
Verder zijn er natuurlijk ook de woelmuizen, die de schaduwtuin en de braambessen proberen te vergallen. De fruitbomen zijn allen beschermd met een mollennet, in de schaduwtuin probeer ik de beesten te verdrijven door geurbolletjes. Elders in de tuin gebruik ik mijn twee ‘Topcat’ woelmuisvallen. In theorie is onze kat ‘Muis’ ook aangeworven om woelmuizen te vangen, maar zij beperkt zich tot het vangen van vliegen en vlinders. En slapen.
Schimmels
Schimmels probeer ik zoveel mogelijk te vermijden door een correcte standplaats, snoei en raskeuze. Zo heb ik geen Buxus in de tuin aangeplant, Volutella buxi en Cylindrocladium buxicola.maken het quasi onmogelijk om zo’n plant duurzaam in de tuin te houden. Alle fruitrassen zijn geselecteerd op ziekteresistentie tegen meeldauw en schurft. Fruitbomen worden open gesnoeid, zodat de bladeren snel opdrogen. Enkele vaste planten worden ieder jaar aangetast door meeldauw (Scabiosa, Verbascum, Aster,…) maar ze komen ieder jaar opnieuw groter terug, ik lig er dus niet wakker van.
De krulziekte bij de perziken volg ik nauwgezet op, de schade was de voorbije twee jaren uitermate beperkt. Indien ik de krulziekte niet onder controle krijg zonder fungicides te gebruiken, zullen de boompjes snel gerooid worden.
Sterroetdauw op rozen zou onder controle blijven door ondergroeibeplanting, iets waar ik binnenkort werk ga van maken. Ook hier dezelfde regel: wanneer de rozen het niet redden zonder chemische troep, belanden ze op de composthoop. Maar enkele blaadjes met vlekken zijn bij mij geen reden om een plant te rooien. En tot nu toe doen ze het allemaal redelijk goed (op één rozelaar na).
Gazon
Net hetzelfde met het gazon: enkele putten en kuilen, een molshoop, wat ‘onkruid’ : allemaal geen probleem voor mij, een “perfect” grasgroene getrimde grasmat is geen fetisj voor mij. Over de onzin van het perfecte groene gazon heb ik lang geleden al eens een stuk gepleegd. Mij blijft het fascineren dat mensen selectieve onkruidverdelgers aanwenden….
Onkruid en Plantenkeuze
Ben ik dan de ultieme ecologische tuinier? Neen. Onkruid in ’t gazon accepteer/verwelkom ik, maar wat mijn borders betreft ben ik vrij klassiek, die worden nu maniakaal gewied. De planten zijn nog klein en zouden anders overwoekerd worden door brandnetels, kweekgras en ganzevoetmelde. Ik wil ook de duizendknoop/kattestaart die hier sporadisch aan ’t oppervlak verschijnt onder controle houden. Ik vind wieden trouwens absoluut geen vervelend klusje. Op termijn zal het wieden in de borders drastisch minderen wanneer de planten volgroeid zijn. Maar ik zal blijven wieden in de bessenkamers en onder de fruitbomen om wortelconcurrentie te vermijden.
Maar er zijn ook plekken waar ik niet of nauwelijks ingrijp: achteraan, aan de composthoop ben ik heel wat toleranter voor ‘onkruid’ en laat ik alles veel meer ‘zijn gang’ gaan. Mijn ingrepen blijven beperkt tot het maaien wanneer het gras écht te hoog wordt (ik heb er dit jaar nog maar één keer gemaaid). En in de schaduwtuin krijgt de hondsdraf ook wat vrijheid.
Als ultieme ecologische tuinier zou ik ook alleen maar inheemse planten gebruiken. Maar op dat vlak ben ik teveel een plantengek, dat is me echt een brug te ver. Planten die op de zwarte lijst van invasieve exoten staan, worden zowiezo geweerd, er staan wel enkele planten in mijn tuin op de bewakingslijst, maar bij deze neem ik systematisch alle uitgebloeide bloemen weg.
Energieverbuik
Tuinverlichting zal je niet aantreffen, wel enkele spots om het terras te verlichten. Dat is een bewuste keuze. Water geven probeer ik te beperken tot de planten in potten en net aangeplant plantgoed in periodes van droogte. In ’t begin van dit jaar werden er heel veel planten verzet en aangeplant, zodat er dit voorjaar wel een fiks volume water uit de regenput is gesproeid. Maar dat water geven dooft uit, één tot twee maanden na ’t aanplanten.
En ’t gazon water geven? Toen ik een stukje pas had ingezaaid. Geen haar op mijn hoofd dat er aan denkt om ’t gazon water te geven. Die groeit zo al snel genoeg. En de klaver in mijn gazon blijft bovendien mooi groen, ook zonder sproeien 🙂
Ik ben sinds gisterennamiddag klaar met de voorbereidingen. De deur van de Fruitberg staat dit week-end wagenwijd open, onder een blauwe hemel en een stralende zon. Iedereen welkom.

Zeer mooi, zo zie ik het ook. Ik heb ook nog nooit minder rozen gehad, ondanks dat ze meestal volzitten met bladluis. Er is één omstandigheid, ook in onze tuin, waarin ik toch uitzonderlijk eens naar een bestrijdingsmiddel grijp, in heel minieme mate, en dat is omdat we een vuilnisbelt van zevenblad en netels geërfd hebben, honderden vierkante meters… We proberen die met de zeis de baas te kunnen, en dat lukt voor 80%, maar er zijn plekken die telkens weer uitbreiden, naar plekken in de tuin die al netel- en zevenbladvrij geworden zijn. In dat geval durven wij heel zelden, en heel plaatselijk, toch eens een bestrijder gebruiken. Ik denk dat het dan uiteindelijk, misschien toch het ultieme doel ten goede komt. Maar klaver in het gras, luizen op de bloemen, gaten in de appels: geen haar op mijn hoofd dat eraan denkt daar iets aan te doen! Geniet van je opentuindagen; het is nog steeds onzeker of ik er geraak morgen, maar ik probeer!
Iedereen maakt zijn of haar keuzes op dat vlak. Ik ken de situatie in jouw tuin niet, ik kan er dus niet over oordelen. ’t Zijn in ieder geval allebei vervelende woekeraars.
En waar is je tuin juist gelegen? Ik wil wel eens langskomen, want ik moet mij zo dikwijls verdedigen bij de buren en zelfs bij de echtgenoot
Sint-Truidense Steenweg 394 , 3300 Hakendover (Tienen)
” ‘t probleem met chemische bestrijding : het is niet anders dan een boomerang wegwerpen die je daarna snoeihard in ‘t gezicht krijgt.” Mooi verwoord, net als de rest van je tekst.
Schrijnend dat mensen bijen gevaarlijk vinden. Kinderen leren het wel: na een keer een angel in de voet doen ze daarna altijd braaf schoenen aan – ervaringsgericht opvoeden heet dat 😉
Daar ben ik het nu eens helemaal mee eens.
mooi stukje, hier ook een tuin a la naturel.
De beestjes die er in leven zijn voor mij even belangrijk als de planten die er in groeien.
Voilà
Fantastisch stukje tekst. Zeer duidelijk en leerrijk.
Dat was de bedoeling
Ik kan me alleen maar aansluiten bij uw visie. Ik denk er hetzelfde over.
Met rozen heb ik het wel lastig op deze manier maar er wordt aan gewerkt
en gezocht naar alternatieven.
Buxus heb ik wel staan maar heb ik eigenlijk niet zoveel problemen mee
(toch wel 60m in totaal). Deze krijgt wel elk jaar een soort wolluis
maar daar merk je niet veel van en na een maand is dit weer weg.
Eens hard spuiten met de tuinslang erop deed ook wonderen.
Ik zie het ook als een soort ‘morele plicht’. Ik vind niet dat mensen het recht
hebben om een stuk grond wat nu van hun is te gaan vervuilen. In de toekomst
zijn andere mensen daar het slachtoffer van.
“We lenen de aarde van onze kinderen”, zeggen de indianen. Voorwaar veel wijsheid in deze spreuk
Blij dat ik er vandaag even geraakt ben. Prachtige tuin, dat zal er alleen maar mooier op worden de komende jaren!
Ik ben blij dat je bent langsgekomen. En ik kijk ook uit naar verslagen van alle plannen die je hebt uitgelegd voor jouw erf.
Ben heel benieuwd naar je open-tuindagen en je visie deel ik helemaal!
’t Was erg leuk
Na ons bezoek van zaterdag is het ons nu wel helemaal duidelijk waar de naam Fruitberg vandaag komt 🙂 . Wat een verzameling fruit op deze mooie plek in Vlaams-Brabant en hetgeen vooral opviel is dat dit allemaal nog maar 3 jaar jong is, wat gaat dat geven binnen een paar jaar!
Hetzelfde geld natuurlijk voor de rest van de tuin, hier is duidelijk een gepassioneerd man aan het werk, wat ook bleek tijdens de rondleiding!
Na de rondleiding hebben we nog even genoten van de lekkere huisgemaakte speculoos van MadaMasj en daarna namen we de beloofde zaailingen van Verbena bonariensien de stekjes van Salvia uliginosa met plezier in ontvangst. Ze zullen een mooi plaatsje krijgen in de Blijentuin!
En natuurlijk zijn wij het ook eens met wat hierboven beschreven staat.
Mag ik mijnheer blijentuin er op wijzen dat wij ook op een berg(je) wonen en dus fruit op een berg kweken 🙂
Bedankt voor je bezoek (en de zaden). Tot één dezer in de blijentuin.
Als tuinier deel ik volmondig je mening. Als hovenier is dat echter een ander paar mouwen…
Hopelijk volgt er een blogsgewijze terugblik op je opentuindagen, want helaas kon ik er niet bij zijn wegens zaterdag –> werken en zondag –> een communiefeest. Alweer, jawel.
Ik besef dat het voor een hovenier moeilijk is (je bent op dat vlak niet de enige). Jammer dat je er niet bij kon zijn, werden er weer bomen gezaagd?
Wij zijn er dus wel geraakt en het is een prachttuin in wording (niet dat hij nu niet mooi is). Nog bedankt voor de hartelijke ontvangst, de rondleiding en de stekjes.
Jullie ook bedankt voor het bezoek. Fijn je eens te ontmoeten in levende lijve. De plantjes krijgen een mooi plekje in de tuin en zullen gekoesterd worden.
De Isopyrum thalictroides was al een beetje aan het afsterven, dus binnen een paar weken zal hij waarschijnlijk verdwenen zijn. Was ik vergeten zeggen.
Het hele betoog hierboven is me uit het hart gegrepen. Alles is mooi door jou nog eens op een rijtje gezet. Ik had laatst ook een gesprek met iemand die spuit en geen grassprietje op de oprit duldt. Wat kijkt men je raar aan als je zegt dat er ook een tuinleven is zonder spuiten en met een kruidje hier en daar….
Ik snap je maar al te goed. Hier rondom mijn huidige tuin valt het best mee