Nog een fotootje van de schaduwtuin. In die schaduwtuin gebruik ik twee inheemse planten als ‘bodembedekker’, Glechoma hederacea (Hondsdraf) en Geranium robertianum (Robertskruid).
Eigenlijk is ‘gebruiken’ hier niet het juiste woord, het is eerder ‘toelaten’. Zij groeien waar ze willen, en ik haal ze weg waar ze me storen.

Ik vermoed dat veel mensen deze bestrijden als onkruid. Hier zijn het gewoon nuttige, maar zoals je op de foto’s ziet, zie je toch vooral dat het ook gewoon mooie planten zijn.

Klein, maar fijn die bloemetjes van het robertskruid. Dat past prima in ons kleine stadstuintje, daarom mag het ook hier in de tuin groeien en bloeien waar het wil. Er zijn maar weinig planten die geen kans krijgen om te laten zien wat ze in huis hebben als ze zich hier uit eigen beweging vestigen. Alleen als ze het te dol maken, helpen we een handje. 😉
Violà, zo hoort dat
Ook hier worden beide planten op een aantal plaatsen gewaardeerd als bodembedekker.
Blote grond met dit hete, droge weer: dat vind ik pas echt erg.
Ook bij jou staan ze dus allebei 😉
Beide ook hier zeer overvloedig present en gewaardeerd, maar toch een lichte voorkeur voor Robertskruid wegens de lange bloei en de prachtige kleurschakeringen (momenteel veel dieprode tinten) en pakken gemakkelijker weg te halen dan hondsdraf wanneer het echt te veel wordt. En dan voeg ik ook nog graag muurleeuwenbek toe aan mijn top drie van spontane bodembedekkers.
Muurleeuwenbek heb ik hier op één klein plekje in de tuin, wil niet echt uitbreiden
Het ziet er naar uit dat muurleeuwenbek vooral tuk is op de sterk kalkhoudende bodem of op zijn minst daar waar er wat steenpuin werd achtergelaten. Het was niet aanwezig toen we hier kwamen wonen. Jaren ervoor was ik er moeizaam in geslaagd het op mijn Brusselse binnenkoer te laten groeien door regelmatig zaadjes te verzamelen en te verspreiden. Ik ga er dan ook van uit dat ik het hier heb binnengehaald door een vergeten bloempotje uit de Brusselse periode te laten rondslingeren. Ik trof het voor het eerst aan rond de bakstenen die ik gebruikt had om een bed af te bakenen, daarna heb ik bewust stukjes van het matje op plekjes gelegd waarvan ik dacht dat het wel leuk zou staan en er andere, minder esthetische, vrijwilligers durven opduiken. Veel heeft het echt niet nodig, een kiertje tussen muur en stoep waar wat organisch materiaal en zand is komen aanwaaien is hier al voldoende om een mat van enkel vierkante meter te produceren, de naam is niet voor niets muurleeuwenbek natuurlijk.
Jij hebt leuk onkruid. Ik krijg alleen maar akkerpest en haagwinde die alles overwoekeren. Vroeger was tuinmansverdriet de boosdoener maar die is nagenoeg verdwenen.
Ik heb hier ook haagwinde, akkerwinde en nog wat andere dingen hoor.
Wist niet dat er verschil was tussen die 2 weer wat geleerd. Straks aan de slag ertegen.
Zo’n ‘mat’ van Hondsdraf, da’s veel toffer dan een biljartlaken hè. Prachtige bodembedekker met mooie blauwe bloempjes in het voorjaar en ideaal om te kneuzen en te wrijven als ik me geneteld heb.
Robertskruid staat hier ook in een grote groep in de schaduw. Zelfs de lichtjes autistische buurman vindt het prachtig.
Heb je hem al gezegd dat dat onkruid is?
Jaja, zijn reactie was echt grappig 😀
Leuk (on)kruid!
Lie(f)s.
Voilà, zeg eerder kruid
Idem wat ongewenst kruid bij ons: akkerwinde en heermoes. Hoewel heermoes in feite best mooi is. Ik heb sinds kort ook een schaduwtuin. Pas het eerste jaar en verder toch wel wat kale plekken nog in een deel van de tuin die nog niet af is. Als daar de werken zijn gedaan (lees: creatieve schutting plaatsen) ga ik daar aan de slag.