Muskusboktor

De voorbije weken was het eigenlijk te warm om (in de tuin) te werken. Na een weekje in Zuid-Frankrijk ben ik nog twee weken thuis, en dus probeer ik de tuin terug onder controle te krijgen. Ook nu is het vaak te warm om flink door te werken, maar de voorbije week zijn alle borders én een eerste fruitkamer terug bijgewerkt. Eigenlijk rest er nu alleen nog de tweede fruitkamer en ’t flink verwildere gazon achteraan. En niet te vergeten, de zomersnoei van de fruitbomen. Toen ik deze namiddag naar ’t gazon keek bedacht ik me dat ik dat toch ook eens zou kunnen afrijden, dat was al weer geleden van eind juni. De wilde peen stond er tot 60 cm hoog.

Maar door een vergetelheid bij de laatste grasmaaibeurt was ik de brandstofdop van mijn grasmachine verloren. Aangezien de winkel vlak bij de deur is sprong ik op de fiets om een nieuwe te gaan kopen. Toen ik terug thuis kwam, stonden er twee mensen vanop straat de nectartuin te inspecteren. Ik knikte goedendag, en maakte aanstalten om binnen te gaan. De man sprak me aan, hij was geïnteresseerd in een aantal planten in de tuin. Hij was een imker uit de buurt en geïnteresseerd om het bijenbezoek op de verschillende planten te beoordelen. Dat vormde voor mij geen probleem, maar ik gaf hem wel aan dat er bijna geen bijen in de tuin foerageerden.

Ik gaf ze een rondleiding door de tuin, en merkte al snel dat de bezoeker over een flink pak zoölogische en botanische kennis beschikte (maar dat er toch nog planten in de tuin stonden die hij niet kende). Dat er bloemen zijn waar bijen normaal en masse op foerageren en dan het jaar nadien niet meer.

In de nectartuin vroeg hij me of ik van  plan was “die wilg te laten staan”. Twee jaar geleden plante ik een boswilg (Salix caprea) aan, niet direct een boom die je verwacht in een siertuin. Maar dat is die tuin niet, het is een insectentuin en Salix caprea is nu éénmaal een uitzonderlijke nectar- en pollenleverancier vroeg in ’t jaar. En op die plek in de nectartuin is het nu eenmaal vrij nat in de winter, laat dat een plek zijn waar wilg goed gedijt. Die staat er er dus niet om te verdwijnen, maar zou een blijver moeten zijn. Ik legde hem uit dat die als een soort korte knotwilg zou overblijven.

‘Er zit een heel erg mooie boktor op die wilg’, gaf hij me aan. ‘Een muskusboktor’. Blijkbaar een vrij zeldzame verschijning, maar deze vrij grote boktor is absoluut een schoonheid.

Na het bezoek even wat verder opsporingswerk gedaan. Blijkbaar is deze echt wel een zeldzaamheid, op waarnemingen.be staan nog geen 20 waarnemingen dit jaar. Verder leerde ik ook dat hij schade zou kunnen toebrengen aan wilgen (of beter de larven), maar daar gaan we van uit dat dat wel wat zal meevallen. Met het jaarlijkse knotten van deze wilg zullen er ook wat larven van ’t beestje worden verwijderd zodat de populatie in toom blijft.

10 gedachten over “Muskusboktor

  1. Ik moet je weer eens bedanken (of je bezoeker) voor het opzoeken. We hadden deze mooie tor hier verleden week ook op bezoek, maar wegens vakantiestemming had ik hem nog niet kunnen determineren. Met een 10 tal wilgen in de tuin zal dit geen toevalstreffer zijn. Weer een nieuwe soort voor de tuin ! En als het dan ook nog zo een mooie smaragdgroene is zijn we helemaal blij.

Reageer